Abram trok door het land naar de plaats Sichem, tot aan de terebintboom van Moreh. En de Kanaänieten waren toen in het land. Toen verscheen de Here aan Abram en zeide: “Aan uw nakomelingen zal Ik dit land geven.” En daar bouwde hij een altaar voor de Heer, die aan hem verschenen was. En hij trok van daar naar de berg ten oosten van Bethel, en hij sloeg zijn tent op met Bethel ten westen en Ai ten oosten; daar bouwde hij een altaar voor de Here en riep de naam van de Here aan. Aldus reisde Abram verder, nog steeds naar het zuiden. – Genesis 12:6-9

…naar de plaats van het altaar dat hij daar eerst gemaakt had. En daar riep Abram de naam des Heren aan… Toen verplaatste Abram zijn tent, en ging wonen bij de terebintbomen van Mamre, die in Hebron staan, en bouwde daar een altaar voor de Here. – Genesis 13:4, 18

Altaren zijn een herinnering aan de plaatsen waar God ons ontmoet

Altaren staan voor de gelegenheid en de plaats waar we een persoonlijke ontmoeting met God hebben gehad. We kunnen misschien niet altijd een fysiek altaar maken, maar er kan er wel een worden opgericht in ons hart. Wanneer wij de communie vieren, vieren wij het grootste altaar van allen, het kruis van Golgotha. De Zoon van God was het ultieme offer, en zijn werk aan het kruis verzoende de hele mensheid met God, maakte het mogelijk dat ons leven zin kreeg, dat onze zonden vergeven werden en gaf ons de belofte van eeuwig leven.

Altaren komen in de hele Bijbel voor in veel verschillende vormen. Enkele daarvan zijn:

Een plaats van ontmoeting – De Heer ontmoette Jakob in een crisis en de volgende dag bouwde hij een altaar op die plaats (Genesis 28).

Een plaats van vergeving – Het koperen altaar van het tabernakel-offer werd aangeboden als een voorafgaande getuigenis dat er een eenmalig offer zou zijn in Gods Zoon.

Een plaats van aanbidding – Het meest voorkomende altaar dat door de mensen werd gebouwd om hun lofprijzing aan God te erkennen, was het reukofferaltaar, de heilige plaats waar de priesters namens het volk en zichzelf hun aanbidding aan de Heer zouden aanbieden.

Een plaats van verbond – Er werd een altaar gebouwd waar het verbond werd gesloten tussen de Heer en Abraham, en het land werd bezegeld als een tijdloze belofte aan Abraham en zijn nakomelingen (Genesis 15).

Een plaats van voorbede – De profeet Joël riep op tot voorbede door leiders namens het volk en hun verwoeste economie.

God heeft een plaats van “altaren” voor ons

Er is een plaats van “altaren” en een prijs voor het altaar. Altaren hebben een prijs: God wil dat er iets in ons wordt “veranderd” als wij tot het altaar komen. De belofte ontvangen betekent dat we plaats maken voor de verandering.

Heb je ooit gevoeld dat de Heer een verwachting van de belofte in je hart legde? Zulke aspiraties komen van de Heer (Psalm 62:5). Je voelt verwachting van iets dat God in je hart heeft gelegd en dat door beloften in zijn Woord wordt onderschreven. Je kijkt naar de belofte en begint je in je geest voor te stellen hoe het zal zijn. Het is een feit dat we vaak dingen visualiseren die helemaal niets te maken hebben met wat God met ons wil doen.

Abraham wist dat er een plaats voor hem was, en God heeft een “plaats” voor jou. Er is een verlangen in ieder mensenhart naar waar we bestemd zijn te zijn, maar we raken verstrikt in ons idee van hoe het vervuld zal worden. Toen de Heer Abraham vertelde dat Hij een plaats voor hem had, stelde Abraham zich waarschijnlijk een groene vallei voor, een stromende beek, lieflijke bergen. Maar de Schrift zegt dat hij op een plaats kwam waar Kanaänieten in het land woonden. De Kanaänieten waren de meest perverse, corrupte cultuur in de menselijke geschiedenis. Zij waren de satanisten van die tijd.

Abraham’s bouw van het altaar vertegenwoordigt zijn uitspraak: “Ik accepteer een belofte en begrijp dat dit anders is dan ik dacht dat het zou worden, maar het is ook iets waarvan ik geloof dat God het tot stand kan brengen. Ik vertrouw op U, Heer, dat U het zult laten werken.”

Wees aangemoedigd om je hart de belofte te laten ontvangen en te omarmen waar je nu bent, zelfs als het veel anders lijkt dan waar je op hoopt. Als de Heer bij je is, kan Hij het laten werken, maar het zal van jouw kant het bouwen van een altaar vergen om te zeggen: ik ben bereid en om erop te vertrouwen dat God groter is dan jouw vooroordeel over hoe het zou moeten zijn.

Abraham roept de naam van de Heer aan

Wanneer de Bijbel zegt dat Abraham de naam van de Heer aanriep, was dat meer dan een gebed. Het woord “naam” bevat het begrip “karakter”.

Onze kijk op God is aan deze kant van de voltooiing van het Oude en het Nieuwe Testament. Maar in Abrahams tijd was God net begonnen zijn communicatie met de gevallen mensheid te herzien. Abraham beantwoordde een oproep omdat hij in God geloofde en voelde dat Hij Abrahams hart naar een belofte trok van iets dat hij zelf niet kon zijn of doen.

Abraham geloofde dat er een ware en levende God was temidden van de heidense cultuur om hem heen. Nu zegt de Heer tegen hem: “Ik wil je over Mij onderwijzen.” Abraham leerde de Heer kennen en deed een beroep op de naam – en het karakter – van de Heer.

Abraham vertrekt en keert vervolgens terug naar de plaats waar God hem ontmoette

Wanneer een hongersnood toeslaat, besluit Abraham het heft in eigen hand te nemen en zijn gezin naar Egypte te verhuizen (Genesis 12:1-12). Dat creëert alleen een groter probleem dan wanneer hij was gebleven en aan de belofte had gedacht die de Heer hem had gegeven. De Heer ontmoette hem toch in Egypte, hielp hem er doorheen, en Abraham keerde terug naar het altaar dat hij had gemaakt en riep de naam van de Heer aan (Genesis 13:4).

Daar trappen we allemaal wel eens in. God heeft het heel druk en Hij merkt misschien niet op wat ik nu nodig heb. Maar als God een plaats voor je heeft en Hij laat je Zichzelf zien op die plaats, dan zal voorziening uiteindelijk nooit jouw probleem zijn, tenzij je probeert uit te vinden hoe je het voor jezelf kunt maken.

Er zijn mensen die op eigen houtje op weg zijn gegaan en zich hebben verwijderd van de plaats waarvan de Heer zegt dat Hij die voor hen heeft. Onze Vader zegt: “Je kent Mij anders dan hoe je nu handelt.” Net zo zeker als Hij Abraham ontmoette en hem terugbracht naar het altaar van de belofte, zo wil Hij jou vandaag ontmoeten. Je moet besluiten om naar dat altaar te komen, en dat altaar is het kruis van Jezus.

Wat je ook gedaan hebt om het vertrouwen met God te schenden (en dat betekent meestal dat je het vertrouwen met andere mensen hebt geschonden of compromissen hebt gesloten waarvan je wist dat ze niet goed waren), de Heer roept je om terug te komen. Abraham wilde verder gaan in het kennen van God, dus kwam hij terug naar het altaar dat hij had gebouwd en riep de naam van de Heer aan (Romeinen 10:13; Zacharia 13:9).

Verlossing betekent vervulling van Gods doel in jou

Na de episode van spanning tussen hem en Lot over grondgebied, biedt Abraham Lot genadig zijn keuze van het land aan, zeggende dat hij zal nemen wat er buiten overblijft (Genesis 13). Abraham heeft zich misschien afgevraagd of hij daarmee de winkel had weggegeven. Maar de Heer verschijnt aan hem en zegt: “Ik heb nog steeds het land voor je, en ik wil dat je het verkent en de afmetingen ervan ziet.” Als gevolg daarvan bouwde Abraham een altaar.

Heeft u zich ooit afgevraagd of wat u dacht dat uw leven zou worden, nooit in die mate zal worden gerealiseerd als het had gekund?

Ik geloof dat het een heel duidelijke uitspraak van Gods hart is die zegt dat u zich uiteindelijk geen zorgen hoeft te maken over de dingen die de realisatie van Gods doel in uw leven in de weg lijken te staan. Er zijn dingen die onherstelbaar zijn. Je kunt niet teruggaan en alle stukjes van alles bij elkaar schrapen. Maar ons leven bestaat niet alleen uit die stukjes. Er zijn zaken waarover de Heer belooft de vervulling van zijn doel in jou tot stand te brengen, niettegenstaande datgene wat gebeurd is. Daar gaat het om in de verlossing (Joël 2).

De Heer zegt tegen Abraham dat het verlies niet onherroepelijk is wat Zijn doel in hem betreft, en daarvoor bouwde Abraham een altaar.

Er zijn er die vandaag moeten komen en zeggen: “Heer, ik ga besluiten dat U mij niet geroepen hebt om een tweederangs leven te leiden omdat ik toestond dat tweederangs dingen afbreuk deden aan wat Uw eersteklas plan was.” Laat de Heer zijn verlossing volledig en grondig bewerken als je naar het altaar komt.

De prijs van het veranderen

Wat er nodig is om een altaar te bouwen zijn rotsen, gebroken dingen. De geologische toepassing is relevant, er zijn vulkanische explosies in ons leven, seismische gebeurtenissen, het vermalen van het leven. Je kunt harde dingen nemen en ze voor de Heer schikken of je kunt de rotsen rondslepen en er onder gebukt gaan. Of als je gefrustreerd bent over het rondslepen ervan, word je boos en gooi je ze naar iemand anders. De manier waarop je een altaar bouwt is door die harde, gebroken dingen voor de Heer te brengen en ze daar neer te leggen.

De prijs van het veranderen is dat je je leven ervoor moet uitstorten door te zeggen: “Heer ik kom en presenteer mijzelf aan U!”

Bij het altaar wordt de prijs betaald voor vernieuwing als we op een afstand hebben gestaan, voor het veiligstellen van hoop waarvan we misschien dachten dat die verloren was en voor het ontvangen van belofte, zelfs als dat in een onplezierige omgeving is. Kom naar het ultieme altaar en ontvang de ultieme belofte en voorziening die in onze Heer Jezus Christus wordt aangeboden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *