Sociolinguïstiek

Code-switching

(1) Vanmorgen hantar ik mijn baby tu dekat babysitter tu lah.

‘Vanmorgen heb ik mijn baby naar de oppas gebracht.’

(Maleis / Engels tweetalig)

(Bron: Romaine, 2000: 55)

(2) Soms begin ik een zin in het Engels y termino en español.

‘en eindig hem in het Spaans.’

(Engels/Spaans tweetalig)

(Bron: McArthur, T. (ed.). 2005. The Concise Oxford Companion to the English Language. Oxford e.a.: Oxford University Press).

In de sociolinguïstiek kan een taal worden aangeduid als een code. Een code is een neutrale term die kan worden gebruikt om een taal of een taalvariëteit aan te duiden.

Code-switching is een linguïstisch verschijnsel dat voorkomt in meertalige spraakgemeenschappen. De term beschrijft het proces waarin een communicatief vaardige meertalige spreker tijdens hetzelfde gesprek afwisselt of gewoonlijk overschakelt tussen twee talen of taalvariëteiten of codes.

In voorbeeld (1) schakelt de spreker binnen één zin tussen twee codes (Maleis en Engels). Deze vorm van code-switching wordt ook wel intra-sentential code-switching of code-mixing genoemd. Intra-sentential code-switching definieert een verandering van de ene code naar een andere code over clausules heen (= inter-sentential code switching). In voorbeeld (2) is de eerste bijzin in het Engels en de tweede in het Spaans. Het linguïstische resultaat is een karakteristieke hybridisatie door de vermenging van linguïstische elementen uit twee talen binnen dezelfde zin of bijzin.

Code-switching wordt vaak gebruikt als een superordinate term die ook code-mixing omvat. Terwijl code-switching de overgang van de ene code naar de andere in een enkele interactie aanduidt, duidt code-mixing specifiek een vermenging tussen twee codes aan. Dit veroorzaakt een toestand van hybridisatie die het moeilijk kan maken om vast te stellen welke taal nu eigenlijk wordt gesproken.

Code-switching zoals hier beschreven is beperkt tot communicatief competente of vaardige tweetaligen/meertaligen. Daarom moet het worden onderscheiden van een menging van talen door ongeschoolde sprekers die geen kennis hebben van een bepaalde code. Taalleerders die nog niet volledig competent zijn, hebben bijvoorbeeld de neiging om tijdens het spreken een lexicaal gat in hun kennis van de doeltaal (L2) op te vullen met lexicale elementen uit hun moedertaal (L1). Deze wisselingen worden gemotiveerd door een gebrek aan kennis van de woordenschat en worden niet gedefinieerd als code-switching.

Centrale factoren die een rol spelen bij code-switching

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *