Na de schermutselingen bij Lexington en Concord in april 1775, die het begin van de Amerikaanse Revolutie inluidden, trok het Britse leger onder leiding van militair gouverneur Thomas Gage zich terug in de veiligheid van Boston. De stad werd al snel omsingeld door Amerikaanse milities onder leiding van de generaals Artemas Ward en Israel Putnam.
In de volgende twee maanden consolideerden beide legers hun strijdkrachten en bouwden verdedigingswerken op. De Britten lanceerden in juni een aanval onder leiding van generaal William Howe, die uitmondde in de Slag om Bunker Hill. Howe veroverde de positie, maar de zware verliezen maakten het Britse oppercommando attent op het risico van grote, directe aanvallen.
Aangesteld door het Continentale Congres arriveerde de Virginiaan George Washington op 2 juli en nam het bevel over de Amerikaanse strijdkrachten op zich. Washington stond voor de zware taak de verschillende milities om te vormen tot het opnieuw samengestelde Continentale Leger. De nieuwe bevelhebber voerde een nieuw systeem van uniformen en discipline in, terwijl hij tegelijkertijd te maken kreeg met bevoorradingsproblemen en de inname van Boston zelf.
Washington’s linie omsingelde de stad, van Roxbury tot Cambridge. Kort na de aankomst van Washington laaiden de schermutselingen tussen beide partijen op. Continentalen vielen Britse voorposten op Boston Neck aan en een groep overvallers veroverde de vuurtoren op Great Brewster Island. Een Amerikaanse troepenmacht veroverde en versterkte Ploughed Hill eind augustus.
Op de hoogte van de situatie in Noord-Amerika vaardigde de Britse regering begin augustus een bevel uit om Gage terug te roepen en hem te vervangen door Howe. Howe zou pas in de tweede week van oktober het bevel overnemen, maar tegen die tijd hadden de Britten al besloten Boston te verlaten. De operatie zou tijd vergen en het zou enkele maanden duren om de schepen te verzamelen die nodig waren om de stad te evacueren.
Beide zijden kropen ineen in hun verdediging terwijl de New England winter naderde. Toch bleef Washington gefocust op het innemen van de stad. Daarom zond hij Henry Knox, een inwoner van Boston, naar Fort Ticonderoga om de artillerie op te halen die hij die lente had buitgemaakt. Knox arriveerde begin december en begon aan zijn terugtocht met zevenenvijftig kanonnen van verschillende types en kalibers op sleeptouw.
De artillerie gaf Washington een beslissend voordeel op Howe en elimineerde het inherente risico van een massale aanval. Op 16 februari 1776 riep Washington de krijgsraad bijeen. Op voorstel van zijn officieren besloot Washington Dorchester Heights te veroveren, zijn artillerie op de heuvel te plaatsen en Howe’s positie onhoudbaar te maken. De operatie begon in de nacht van 4 maart en bij dageraad stonden de Continentalen verschanst boven op de hoogvlakte. Dit succes dwong Howe om zijn evacuatieplannen te versnellen. De laatsten van Howe’s leger gingen aan boord van transporten en vertrokken op 17 maart. Binnen enkele maanden zou Howe terugkeren en Washington confronteren in een campagne om New York.