Wat is conjunctivitis?
Conjunctivitis verwijst naar een ontsteking van het bindvliesweefsel. Het bindvlies is een slijmvlies, vergelijkbaar met de bekleding van de mond en neus. Dit membraan, een laag van epitheelcellen met slijmafscheidende cellen, bedekt de oogbol en omlijnt de oogleden.
Honden hebben een derde ooglid, of nictitating membraan, in de binnenste hoek van het oog, dat ook wordt bedekt door conjunctiva. Bij gezonde honden is het bindvlies van de oogleden niet goed zichtbaar en heeft het een bleke, roze kleur. Wanneer conjunctivitis optreedt, worden de bindvliesvliezen rood en gezwollen.
Wat zijn de klinische verschijnselen van conjunctivitis?
De meest voorkomende klinische verschijnselen van conjunctivitis zijn afscheiding uit de ogen (troebel, geel, of groenachtig), loensen of overmatig knipperen, en roodheid of zwelling rond de ogen. Conjunctivitis betreft vaak beide ogen, maar in bepaalde omstandigheden kan slechts één oog worden getroffen. Conjunctivitis kan optreden met andere klinische symptomen zoals neusuitvloeiing, niezen of hoesten.
Wat veroorzaakt conjunctivitis?
Specifieke oorzaken van conjunctivitis zijn onder andere:
- Virale infecties zoals het canine distemper virus.
- Immuun-gemedieerde aandoeningen zoals allergische conjunctivitis (komt vooral voor bij huisdieren met inhalatie- of seizoensallergieën), plasmacel conjunctivitis (vooral Duitse herders), en pemphigus (een auto-immuun huidaandoening).
- Tumoren van de oogleden en het bindvlies.
- Ras-geassocieerde aandoeningen zoals nodulaire episcleritis bij Collies en Collie kruisingen.
- Tear film deficiëntie zoals keratoconjunctivitis sicca (KCS of droog oog).
- Ooglidafwijkingen zoals entropion of ectropion en wimperafwijkingen zoals distichiasis en ectopische cilia veroorzaken vaak secundaire conjunctivitis.
- Geblokkeerde nasolacrimale of traanbuisjes kunnen ontsteking van de weefsels rond de oogbol veroorzaken.
- Trauma aan het oog of irritatie door vreemde voorwerpen, rook, of milieuvervuilende stoffen kunnen inflammatoire conjunctivitis veroorzaken.
- Andere oogaandoeningen zoals ulceratieve keratitis, anterieure uveïtis, en glaucoom.
Hoe wordt conjunctivitis gediagnosticeerd?
Het belangrijkste doel van de diagnose is vast te stellen of de conjunctivitis een primair of secundair probleem is, of er sprake is van bijkomende ziekte of beschadiging van het oog, of de aandoening allergisch is, of dat het gaat om de weefsels van het oog zelf (sclera). Om veel van deze aandoeningen te kunnen onderscheiden, moet een volledig en gedetailleerd oogheelkundig onderzoek worden uitgevoerd. Dit omvat een gedetailleerd onderzoek van de omliggende oogstructuren (oogleden, wimpers, traanbuisjes, derde ooglid, enz.), traanproductietests (Schirmer traanproductietest), hoornvlieskleurtests om na te gaan of het hoornvlies niet beschadigd is, en meting van de intraoculaire druk om glaucoom of uveïtis uit te sluiten.
Aanvullende tests en procedures die kunnen worden uitgevoerd zijn onder andere nasolacrimale duct spoeling, bacteriële cultuur en gevoeligheidstests, conjunctivale cytologie of biopsie, en allergie testen.
Hoe wordt conjunctivitis behandeld?
De behandeling is gericht op de specifieke oorzaak en kan zowel topische als orale medicatie omvatten. Topische gentamicine, tobramycine, chlooramfenicol, oxytetracycline, ciprofloxacine of triple-antibiotische oogzalf en oplossingen worden vaak voorgeschreven. Sommige honden krijgen medicijnen die ontstekingsremmers bevatten, zoals oftalmologische prednisolon of dexamethason. Bij honden met secundaire bindvliesontsteking kunnen ook orale antibiotica of ontstekingsremmende medicijnen worden gebruikt. Honden bij wie KCS is vastgesteld, hebben meestal medicijnen nodig zoals cyclosporine of tacrolimus om de traanproductie te stimuleren. Honden met ooglid- of wimperafwijkingen hebben een chirurgische correctie nodig.
Wordt mijn hond beter van bindvliesontsteking?
De meeste honden hebben een uitstekende prognose in de meeste gevallen van bindvliesontsteking. Ernstige, chronische of terugkerende bindvliesontsteking kan een onzekere prognose hebben, afhankelijk van de definitieve diagnose. Condities zoals KCS en immuungemedieerde aandoeningen kunnen levenslange therapie vereisen.