Author Gregory, Mackenzie J. Subjects WWII operations, WWI operations Tags RAN Ships None noted. Publicatie juni 1994 editie van de Naval Historical Review (alle rechten voorbehouden)
In de Eerste Wereldoorlog werd het konvooisysteem pas in mei 1917 ingesteld, terwijl in de Tweede Wereldoorlog konvooien al snel werden georganiseerd nadat in september 1939 de oorlog was verklaard.
Het is van belang het aantal Britse koopvaardijschepen dat in beide conflicten door U-Boats tot zinken werd gebracht, te vergelijken.
Tijdens 1914-18 bedroegen de verliezen van Britse schepen over de 51 maanden 4.837 gezonken schepen, met een tonnage van 11.135.000 en een gemiddeld verlies van 95 schepen per maand.
Tijdens 1939-45 daarentegen bedroegen de gezonken Britse schepen in totaal 2775, met een tonnage van 14.500.000, en een gemiddeld verlies per maand van 40 schepen.
Hoewel in de Eerste Wereldoorlog U-Boten tweemaal zoveel koopvaardijschepen tot zinken brachten als hun U-Boot bemanningen in de Tweede Wereldoorlog, was het gemiddelde maandelijkse verlies in beide oorlogen ongeveer gelijk, namelijk 215.000 ton.
Dit verschil wordt verklaard door het feit dat in 1939-45 de gemiddelde tonnage van tot zinken gebrachte schepen 5.200 bedroeg, terwijl dat in 1914-18 minder dan de helft was, namelijk 2.300 ton.
Als we kijken naar de menselijke kosten voor onze koopvaardij, dan zien we dat het vijandelijk optreden in de Tweede Wereldoorlog 30.000 slachtoffers heeft gemaakt, waarvan 23.000 door de U-boten.
De levensader van Groot-Brittannië werd onderhouden door de koopvaardij, die in konvooi opereerde, geëscorteerd door marineschepen over de Atlantische Oceaan, en het was in dit gebied, met name de Noord-Atlantische Oceaan tussen september 1939 tot eind mei 1943, dat de opperste strijd tegen de U-Boat dreiging plaatsvond. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden 75.000 schepen begeleid in Britse konvooien over en in de Atlantische Oceaan; en koopvaardijschepen in konvooi in de Atlantische Oceaan legden meer dan 200 miljoen mijl af; een tamelijk ongelooflijke statistiek.
De Britse marine escorts maakten 13.200 afzonderlijke reizen, om de koopvaarders te begeleiden, met een doorvaarttijd van 20 tot 26 dagen. De Atlantische Oceaan zorgde vaak voor storm en slecht weer, en bij het passeren van IJsland en Groenland, werd drijvend ijs een extra gevaar.