De kunsten
Tegen de achtergrond van dit buitengewone culturele erfgoed kent Griekenland een bloeiend artistiek leven. Griekenland heeft zijn grootste bijdragen geleverd op het gebied van de literatuur (zie Griekse literatuur). Constantine Kavafis, een etnische Griek die het grootste deel van zijn leven in Alexandrië (Egypte) woonde, wordt vaak gerekend tot de grote dichters van het begin van de 20e eeuw. Zijn werk is doordrongen van een ironische nostalgie naar de vergane glorie van Griekenland. Twee Griekse dichters hebben de Nobelprijs voor Literatuur gewonnen: George Seferis in 1963 en Odysseus Elytis in 1979. De buiten Griekenland bekendste romanschrijver is de Kretenzer Níkos Kazantzákis, wiens Zorba de Griek (1946) een populaire film werd (1964). Andere Griekse schrijvers uit de 20e eeuw zijn Kostís Palamás, Angelos Sikelianós, Kostas Varnalis, Pandelís Prevelákis, Strátis Myrivílis, Yannis Ritsos, Nikephoros Vrettakos, en Nikos Gatsos. Hedendaagse schrijvers en dichters zijn onder meer Dimitris Lyacos, Nina Rapi, Eleni Vakalo, Ersi Sotiropoulos en Miltos Sachtouris.
Een aantal Griekse componisten heeft een internationale reputatie verworven, waaronder Nikos Skalkottas, Manos Hadjidakis en Mikis Theodorakis, en het land heeft de wereld van de muziek ook notabelen als Dimitri Mitropoulos, Maria Callas en Gina Bachauer geschonken. Bekende Griekse schilders en beeldhouwers zijn Nicolas Ghika, Yannis Tsarouchis, Yannis Moralis, Spyros Vassiliou, en Photis Kontoglou.
Internationaal bekende Griekse bijdragers aan theater en film zijn Karolos Koun, Melina Mercouri, Costa-Gavras, en Theo Angelopoulos. Het traditionele schaduwpoppentheater, Karaghiozis, is nu grotendeels uitgestorven, door de televisie en andere vrijetijdsbestedingen. Er bestaat echter een levendige Atheense theatertraditie waarin politieke satire een belangrijke rol speelt.
Misschien wel het belangrijkst van alles is de enorme invloed van de oude Griekse kunst (zie westerse beeldhouwkunst; westerse architectuur; westerse schilderkunst, Grieks aardewerk) en de Griekse mythologie op de latere westerse kunst en literatuur. Van de ontelbare voorbeelden die kunnen worden gegeven, zijn er slechts enkele voldoende om de reikwijdte aan te tonen van wat bekend staat als de Griekse beschaving. Griekse beelden zoals de kore en de kouros – die zelf een interactie met andere culturen (met name die van Egypte) weerspiegelen – en latere ontwikkelingen zoals de gevleugelde overwinning van Samothraki in het Louvre, vormen een belangrijk hoofdstuk in de kunstgeschiedenis van Europa en Noord-Amerika. In de architectuur blijft de Griekse tempel een klassieke vorm. Oude Griekse tragedies (zoals Medea van Euripides) en komedies (zoals Lysistrata van Aristophanes) werden tot in de 21e eeuw in verschillende stijlen opgevoerd. Een van de klassieke Griekse tragedies – het noodlottige huwelijk van Oedipus met zijn eigen moeder, Jocasta, gedetailleerd in Sophocles’ Oedipus cyclus – vormde een hoeksteen van Sigmund Freud’s psychoanalytische theorie. Een ander resonerend verhaal, de Odyssee van Homerus (8e of 9e eeuw v.Chr.), vormde de basis van het 20e-eeuwse meesterwerk Ulysses van de Ier James Joyce. Een moment van bezinning kan een overvloed aan paradigma’s oproepen.