1. “…wie je ook bent, of wat het ook is dat je doet, als je iets echt wilt, dan is dat omdat dat verlangen zijn oorsprong vindt in de ziel van het universum. Het is je missie op aarde.”
Deze uitspraak, die Melchizedek bij hun eerste ontmoeting tegen Santiago zegt, vormt de basis van de filosofie van De alchemist. Melchizedek zegt in wezen dat dromen geen domme of egoïstische verlangens zijn die je moet negeren. In plaats daarvan dienen ze als het belangrijkste middel waarmee mensen in contact kunnen komen met de mystieke kracht die alles in het universum met elkaar verbindt. Hij overtuigt Santiago ervan dat zijn knagende verlangen om de piramides te bezoeken eigenlijk een roeping is, en hij zet Santiago op zijn reis van spirituele ontdekking. Door schijnbaar egoïstische menselijke verlangens in verband te brengen met de ziel van het universum, presenteert De Alchemist een vorm van spiritualiteit die radicaal verschilt van traditionele religies die zelfverloochening omhelzen. In plaats van medeleven te beoefenen door zich met anderen te identificeren en hen te helpen, moet Santiago zich richten op zijn eigen persoonlijke dromen.
Dit citaat introduceert ook het concept van de ziel van het universum, waarnaar personages later in de roman verwijzen als de Ziel van de Wereld. Deze entiteit wordt later in het boek uiterst belangrijk, omdat het de geest is waarmee Santiago zich moet verbinden om in de wind te kunnen veranderen. Het citaat zinspeelt op het idee dat iemands doel in het leven draait om het vervullen van zijn verlangens, een begrip dat ook belangrijk wordt in de vorm van de Persoonlijke Legende. Hoewel dit citaat deze ideeën niet bij naam noemt, legt het de basis voor Santiago’s latere begrip ervan en dat van de lezer.