Zeezigeuners
De stam staat ook bekend als zeenomaden of zeezigeuners. Onder de zeenomaden zijn er drie verschillende groepen: de Orang Laut-stam, de Bajau-stam en de Moken-stam. De grootste groep van deze zeenomaden zijn de Bajau. Op dit ogenblik zijn er ongeveer 100.000 Bajau, maar dit is zeer moeilijk te schatten omdat deze stam geen identiteitspapieren heeft. Zij verplaatsen zich op hun boten en stichten dorpen langs de kust. Deze dorpen zijn heel bijzonder, omdat ze midden in de zee zijn gebouwd.
Lange adem
De Bajau staan bekend om hun duikkwaliteiten. Ze zijn in staat tot 40 meter diep te duiken om de rijkste schatten van de zee te vangen en ervan te leven. Ze kunnen hun adem tien minuten inhouden. De zorg voor de familie is een van de belangrijkste dingen in het leven van de Bajau. De hele familie is echt belangrijk, en de kinderen staan in het middelpunt van de belangstelling. Ze leren hun kinderen al op jonge leeftijd duiken en vissen, zodat ze uiteindelijk diep in de zee op vis kunnen jagen.
Mentorschap
Bij de Bajau-stam draait het allemaal om leren. Van generatie op generatie, met de oceaan en al zijn schatten als een onuitputtelijke bron van inspiratie. De Bajau leren niet alleen van de zee, maar ook op de zee! Ze leven in hutten die op palen of in boten zijn gebouwd, maar altijd zonder vaste grond onder hun voeten. Een van de allereerste dingen die de Bajau hun kinderen leren is zwemmen en duiken, gevolgd door vissen. Wanneer een jongen ongeveer 8 jaar oud is, neemt zijn vader hem voor het eerst mee naar het open water van de zee. Dan is het tijd voor hem om de diepe wateren van de oceaan te leren kennen en te leren hoe hij vis moet vangen, met behulp van harpoenen en andere wapens.