De discuswerper (Gk. discobolus) is het iconische beeld geworden van de Olympische Spelen, en een fantastische voorstelling van het atletische ideaal. Het originele Griekse beeld werd in brons gegoten in het midden van de vijfde eeuw v. Chr. en bleef als meesterwerk zeer bewonderd worden tot in de Romeinse tijd, toen er verschillende kopieën werden gemaakt voordat het origineel verloren ging. Zo leeft het beeld van Discobolus vandaag de dag nog voort als een van de beroemdste beelden uit de oudheid.
Het origineel van Discobolus wordt toegeschreven aan de Griekse beeldhouwer Myron, een tijdgenoot van Pheidias en Polykleitos en in de oudheid beroemd om zijn voorstellingen van atleten. Zijn discuswerper werd niet alleen bewonderd om de manier waarop hij beweging en actie in één enkele pose weergeeft, maar ook omdat hij de Griekse idealen over proportie, harmonie, ritme en evenwicht in beeld bracht. Sinds de oudheid hebben deskundigen opgemerkt hoe de vloeiende beweging van het lichaam samengaat met een kalme uitdrukking op het gezicht, alsof de werper een perfecte staat van beheersing heeft bereikt in geest, lichaam en geest. Of heeft Myron’s verlangen naar perfectie hem ertoe gebracht de emoties van de werper te onderdrukken?
Romeinse versies van de Discobolus sierden talrijke villa’s als symbool van de gecultiveerde smaak en status van de eigenaar. Een van de beroemdste is de Palombara Discobolus uit Rome, nu te zien in het Nationaal Museum van Rome. Dit beeld werd in 1938 aan Adolf Hitler verkocht als trofee van het Arische ras, maar keerde in 1948 terug naar Italië.
Een andere Romeinse versie, bekend als de Townley Discobolus, werd afgebeeld op de officiële affiche voor de Olympische Spelen van Londen in 1948. Het bevindt zich nu in het British Museum.