Een uitvinding die de wereld veranderde werd in 2004 200 jaar oud. Groot-Brittannië vierde het tweehonderdjarig bestaan van de stoomtreinlocomotief met een evenementenprogramma dat een jaar duurde, maar het was niet een technische reus als James Watt of George Stephenson die werd gefêteerd.
De man die als eerste stoommachines op rails zette was een lange, sterke Cornishman die door zijn schoolmeester werd omschreven als “eigenwijs en onoplettend”. Richard Trevithick (1771-1833), die zijn vak leerde in de tinmijnen van Cornwall, bouwde zijn “Penydarren tram road engine” voor een lijn in Zuid-Wales waarvan de primitieve wagons langzaam en moeizaam door paarden werden getrokken.
Op 21 februari 1804 trok Trevithick’s baanbrekende machine 10 ton ijzer en 70 man bijna tien mijl van Penydarren, met een snelheid van vijf mijl per uur, en won de eigenaar van de spoorweg een weddenschap van 500 guinea op de koop toe.
Hij was zijn tijd 20 jaar vooruit – Stephensons “Rocket” stond nog niet eens op de tekentafel, maar Trevithicks locomotieven werden gezien als niet veel meer dan een nieuwigheidje. Hij werd ingenieur in mijnen in Zuid-Amerika voordat hij op 62-jarige leeftijd berooid stierf. Maar zijn idee werd door anderen verder ontwikkeld en in 1845 was er een spinnenweb van 2.440 mijl aan spoorwegen geopend en werden er alleen al in Groot-Brittannië 30 miljoen passagiers vervoerd.
Met de lancering in januari 2004 van een nieuwe £2 munt door de Royal Mint – met zowel zijn naam als zijn ingenieuze uitvinding, een munt goedgekeurd door Koningin Elizabeth II – kreeg Trevithick eindelijk de publieke erkenning die hij verdiende.
Misschien omdat het de geboorteplaats was, kan Groot-Brittannië bogen op meer spoorwegattracties per vierkante mijl dan enig ander land. De cijfers zijn indrukwekkend: meer dan 100 historische spoorwegen en 60 stoommuseumcentra bieden onderdak aan 700 operationele locomotieven, die door een leger van 23.000 enthousiaste vrijwilligers onder stoom worden gebracht en iedereen de kans bieden om een vervlogen tijd te proeven door mee te rijden op een liefdevol bewaard gebleven trein. De omgeving – stations, seinhuizen en wagons – is al even goed bewaard gebleven en is erg in trek bij TV-maatschappijen die drama’s uit die tijd opnemen. (Website: https://www.heritagerailways.com)
Wales verdient een speciale vermelding voor zijn Great Little Trains. Hoewel klein van formaat, zijn deze smalspoorlijnen echte werkende spoorwegen, oorspronkelijk gebouwd om leisteen en andere mineralen uit de bergen te vervoeren, maar nu een prachtige manier voor bezoekers om het landschap te bewonderen, dat adembenemend is. Er is keuze uit acht lijnen en één daarvan, de Ffestiniog Railway, is de oudste in zijn soort ter wereld.
Dan zijn er nog de spoorwegmusea die op hun eigen manier historisch zijn. “Steam” in Swindon is gevestigd in de voormalige werkplaatsen van de Great Western Railway (GWR), die onder spoorwegfans een bijna legendarische status heeft; het GWR Railway Centre in Didcot bootst de gouden tijden na in een oud stoomdepot waar gepoetste locomotieven liefdevol worden onderhouden. Een deel van Manchester’s Museum of Science and Industry is gevestigd in ’s werelds oudste passagiersstation; en het ‘Thinktank’ museum in Birmingham bevat ’s werelds oudste nog actieve stoommachine, ontworpen door James Watt in 1778.
GWR Hirondelle
Maar het is Noordoost-Engeland dat bekend staat als de geboorteplaats van de spoorwegen voor hier, rond Newcastle werden ’s werelds eerste tramlijnen aangelegd en later kwam ’s werelds eerste openbare spoorweg tussen Stockton en Darlington tot leven. In Shildon in County Durham krijgt een 10 miljoen pond kostend permanent spoorwegdorp vorm, dat in de herfst wordt geopend als eerste buitenstation van het National Railway Museum.
In het nabijgelegen Beamish, het openluchtmuseum van North Country Life – waar het verleden op magische wijze tot leven wordt gewekt – is het mogelijk een van de vroegste spoorwegen nagebouwd te zien. Voel de wind – en de stoom – in uw haren als u in open rijtuigen achter een werkende replica van een baanbrekende locomotief rijdt, zoals Stephenson’s Locomotion No.1, gebouwd in 1825.
Als u kunt, ga dan in zuidwestelijke richting naar Cornwall, waar het verhaal van de grote ingenieur Trevithick begon. In zijn geboortestad Camborne staat een bronzen standbeeld van hem met een model van een van zijn machines. Niet ver daarvandaan is het rietgedekte huisje in Penponds, waar hij woonde, opengesteld voor het publiek. Het is moeilijk voor te stellen dat krabbels in dit nederige huis zouden leiden tot de ‘hogedrukstoommachine’ en dat de wereld nooit meer helemaal hetzelfde zou zijn.