De Orchidee Sprinkhaan is mooi, maar is niet ijdel – dit type bidsprinkhaan gebruikt zijn vorm en felle, bloemrijke kleuren om voedsel aan te trekken en potentiële roofdieren voor de gek te houden.
Hoewel hij niet echt van orchideeën leeft, lijkt de orchideeënsprinkhaan (wetenschappelijke naam Hymenopus coronatus) opmerkelijk veel op een bloem, met lichaamsdelen die op bloemblaadjes lijken. Hij leeft in struiken en kleine bomen waar witte en roze bloemen groeien.
Hoewel hij meestal wit is, kan het insect zich binnen enkele dagen in roze en paarse tinten veranderen om te lijken op de orchideeën die in zijn vochtige habitat in Maleisië te vinden zijn. Hij past zich aan de verschillende omstandigheden aan door vochtigheid en licht waar te nemen en dan van kleur te veranderen om zich aan te passen.
Onvermoedende insecten die de bidsprinkhaan voor een bloem aanzien, kunnen in de buurt of zelfs op de bloem landen, zodat het mooie roofdier ze kan grijpen voor een snelle maaltijd. Vliegende insecten zoals vlinders en motten zijn de voornaamste voedselbron van de bidsprinkhaan, maar hij eet ook vruchten uit de jungle. De orchideeënsprinkhaan kan ook vliegen.
Een vrouwelijke orchideeënsprinkhaan kan zo’n twee en een halve centimeter lang worden, maar het mannetje wordt maar ongeveer een centimeter. Omdat hij kleiner is, wordt hij veel sneller volwassen dan het vrouwtje, en terwijl zij ongeveer acht maanden oud wordt, leeft hij slechts vijf of zes maanden.
Het mannetje is ook nerveuzer dan het vrouwtje, dat heel stil moet blijven zitten om haar prooi te lokken. Een van de redenen waarom hij nerveus kan zijn, is dat wanneer het tijd is om te paren, een hongerig vrouwtje hem zou kunnen opeten! Daarom kan hij haar het beste benaderen als ze al bezig is iets anders te eten.
Na de paring legt het vrouwtje een tros eieren in een eiwitrijke, schuimige zak, een ootheca genaamd. In ongeveer zes weken komen tot 100 babysprinkhanen – nimfen genoemd – uit, klaar om prachtige imitatiebloemen te worden.