Klinische definities
- Onvruchtbaarheid is “een ziekte van het voortplantingssysteem die wordt gedefinieerd als het uitblijven van een klinische zwangerschap na 12 maanden of meer regelmatige onbeschermde geslachtsgemeenschap.”… (WHO-ICMART-woordenlijst1).
- “Onvruchtbaarheid is het onvermogen van een seksueel actief, niet-contracepterend paar om binnen een jaar een zwangerschap te bereiken. De mannelijke partner kan op onvruchtbaarheid of subfertiliteit worden onderzocht aan de hand van diverse klinische interventies, maar ook aan de hand van een laboratoriumonderzoek van het sperma.” (Semen manual, 5th Edition3).
Demografische definities van onvruchtbaarheid
- Onvermogen van personen in de vruchtbare leeftijd (15-49 jaar) om zwanger te worden of te blijven binnen vijf jaar na blootstelling aan zwangerschap. (DHS2)
- Onmogelijkheid om zwanger te worden of te blijven met een levende geboorte, binnen vijf jaar na blootstelling op basis van een consistente status als partner, gebrek aan anticonceptiegebruik, het niet geven van borstvoeding en het behouden van een kinderwens. (Trends in prevalentie4).
Epidemiologische definitie van onvruchtbaarheid
(voor monitoring en toezicht) Vrouwen in de vruchtbare leeftijd (15-49 jaar) die het risico lopen zwanger te worden (niet zwanger, seksueel actief, geen voorbehoedsmiddelen gebruikend en geen borstvoeding gevend) en die melden dat zij gedurende twee jaar of langer vruchteloos naar een zwangerschap hebben gestreefd. (Reproductieve Gezondheidsindicatoren)
Onvruchtbaarheid als handicap
Onvruchtbaarheid: Onvruchtbaarheid genereert een handicap (een functiebeperking), en dus valt de toegang tot gezondheidszorg onder het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Naar schatting 34 miljoen vrouwen, voornamelijk uit ontwikkelingslanden, zijn onvruchtbaar als gevolg van sepsis en onveilige abortus (langdurige morbiditeit van de moeder met een handicap tot gevolg). Onvruchtbaarheid bij vrouwen staat op de vijfde plaats van ernstige handicaps wereldwijd5&6 (onder bevolkingsgroepen jonger dan 60 jaar).
Primaire onvruchtbaarheid
Wanneer een vrouw niet in staat is ooit een kind te baren, hetzij door het onvermogen om zwanger te worden, hetzij door het onvermogen om een zwangerschap uit te dragen tot een levendgeborene, wordt zij geclassificeerd als vrouw met primaire onvruchtbaarheid. Vrouwen wier zwangerschap spontaan een miskraam veroorzaakt of wier zwangerschap uitloopt op een doodgeboren kind zonder dat er ooit een levendgeboren kind is geboren, worden dus als primair onvruchtbaar beschouwd. (Trends in prevalentie4).
Secundaire onvruchtbaarheid
Wanneer een vrouw geen kind kan baren, hetzij door het onvermogen om zwanger te worden, hetzij door het onvermogen om een zwangerschap tot een levendgeboorte te dragen na hetzij een eerdere zwangerschap, hetzij door het onvermogen om een zwangerschap tot een levendgeboorte te dragen, wordt zij geclassificeerd als secundaire onvruchtbaarheid. Degenen die herhaaldelijk spontaan een miskraam krijgen of wier zwangerschap uitloopt op een doodgeboorte, of die na een eerdere zwangerschap of een eerdere mogelijkheid daartoe, niet in staat zijn een zwangerschap tot een levendgeboorte te dragen, zouden dus als secundair onvruchtbaar worden aangemerkt. (Trends in prevalentie4).
Gerelateerde links
- Meerdere definities van onvruchtbaarheid
- Terug naar vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid HOME PAGE
- (1) WHO-ICMART revised glossary
- (2) Infecundity, infertility, and childlessness in developing countries. Demographic and Health Surveys (DHS) Comparative reports No. 9
- (3) WHO Laboratory Manual for the examination and processing of human semen
- (4) National, regional, and global trends in infertility: een systematische analyse van 277 gezondheidsenquêtes
- (5&6) Wereldrapport over invaliditeit
- (5&6) Prevalentie van onvruchtbaarheid bij invaliditeit
pdf, 158kb