‘Dolemite is mijn naam’- Film over “Godfather of rap” is een knaller

Dhinoj Dings
Dhinoj Dings

Follow

20 jan, 2020 – 4 min gelezen

Foto door Kyle Smith op Unsplash/ Representatieve afbeelding

Er lijkt geen middenweg te zijn met biopics- of je vindt er een leuk of je vindt er geen leuk. Tenminste, zo is het bij mij.

‘Dolemite is my name'(2019) is een biopic van een ongebruikelijke soort, omdat het het verhaal vertelt van een ongebruikelijke man- Rudy Ray Moore.

Voor de niet-ingewijden, Moore is een Blaxploitation buitenbeentje die optrad als het personage Dolemite in zijn stand-up optredens en later in films, waarvan de eerste-getiteld gewoon ‘Dolemite’ die werd uitgebracht in 1975.

In de film van 2019 die zowel een vreemd aan en een viering van het kleurrijke karakter dat Moore was is, wordt hij gespeeld door Eddie Murphy.

Ik weet zeker dat je hebt horen zeggen dat dit Murphy’s beste prestatie in lange tijd is- en dat is zeker waar.

Als de film begint, vinden we Moore die zijn tijd doorbrengt als bediende in een kleine platenzaak, in de verkeerde kant van zijn veertig, sportief met een potbuik op een lichaam dat niet bepaald geknipt is voor het grote scherm- niet als je hem vergelijkt met conventionele filmacteurs.

Maar niets staat Moore in de weg van de roem waar hij naar hunkert – noch het feit dat zijn MC-optreden in een plaatselijke bar het publiek nauwelijks iets laat merken, laat staan dat ze er om kunnen grinniken, noch het feit dat hij nauwelijks genoeg geld verdient om rond te komen.

De eerste solide stap op weg naar roem zet hij letterlijk op straat – door grappen op te nemen van dakloze mannen die op straat leven rond de platenzaak waar hij werkt.

Daarna creëert hij de persoonlijkheid van Dolemite – die er in zijn kleurige kleding meer uitziet als een pooier dan als een komiek, en hij brengt de onstuimige, met godslastering overladen grappen die hij van de dakloze mannen heeft geleerd met meer verve dan talent, zodat hij zijn publiek aan het dansen krijgt.

Wanneer platenproducenten weigeren zijn comedy’s uit te geven voor publieke consumptie vanwege hun vermeende verachtelijke aard, gaat hij door en maakt en verkoopt hij ze vanuit de achterbak van een vrachtwagen.

Wanneer hij een soort komische sensatie wordt, richt hij zijn ogen hoger – op het grote scherm van slecht verlichte muren van filmzalen, om precies te zijn.

Hij zet zijn hele toekomstige winst van zijn komische platen in op zijn eerste filmproductie, ‘Dolemite’, die hij maakt met een handvol vrienden en meer dan een vleugje ‘will-do’ attitude.

Hij brengt in zijn filmproductie dezelfde mix van gebrek aan talent en zany enthousiasme voor comedy die hem een stand up comedische sensatie maakte. Tegen beter weten in van de gevestigde critici bracht ‘Dolemtite’ – een film die onder meer komedie en kung fu mengde in een bijna plotloze speelduur – 10 miljoen dollar op aan de box office (50 miljoen in hedendaagse termen)

Het idee om nee te zeggen tegen iedereen die zegt dat je niet kunt worden wat je wilt, is een idee dat Murphy’s Moore vele malen in de film herhaalt tegenover verschillende personages. Dat idee is zeker iets dat veel zielen naar plaatsen als LA en Mumbai drijft, op zoek naar hun moment in de schijnwerpers. En veel meer dan degenen die het ook echt redden, komen er slecht vanaf.

Maar Moore in de film heeft een innerlijke drang om zijn vader – die altijd zei dat hij nergens toe zou leiden – ongelijk te geven. En die grondhouding geeft het personage een dimensie en diepte die doorgaans ontbreken in veel biopics die zogenaamd ‘intieme portretten van hun onderwerpen’ zijn.’

En de warmte die deze karakteruitdieping hem geeft, is een van de belangrijkste redenen waarom je niet anders kunt dan van deze film houden.

Met een aantal belachelijk grappige scènes, door Murphy met zwier gespeeld, is ‘Dolemite is my name’ een feest om naar te kijken.

Dat is vooral omdat Moore’s branie en zijn stijl van dialoogvoering hem de titel ‘Godfather of rap’ hebben opgeleverd. En alles wat te maken heeft met een van de krachtigste muziekgenres die er is, moet wel een knaller zijn, vind je ook niet?

Maar dat wil niet zeggen dat de film zonder gebreken is.

Zekere scènes komen wat langdradig over en hadden wel wat ingekort mogen worden. Ook had ik graag gezien dat de cinematografie van Eric Steelberg de virtuoze energie had weerspiegeld die Moore in zijn projecten legt. Het camerawerk, dat gebaseerd is op conventionele bloktechnieken, maakt dat de film eruitziet alsof hij elk moment van de laatste drie of vier decennia gemaakt had kunnen zijn – ver verwijderd van de waanzinnige innovaties van het onderwerp van de film.

Maar dat zijn vergeeflijke zonden in een film die vol leven zit en vreugde om te verspreiden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *