Edgar Allan Poe House

Text

Edgar Allan Poe, schrijver, dichter, uitvinder van de detective fictie, is waarschijnlijk het meest beroemd om zijn gedicht “The Raven.” Hij bracht zijn hele leven af en toe tijd door in Baltimore. Hoewel geboren in Boston, kwam hij voor het eerst in Baltimore tijdens een familiebezoek aan zijn grootouders van vaderskant toen hij slechts vijf weken oud was in 1809.

Poe’s relatie met dit huis begon rond het begin van 1833, toen Maria Clemm haar gezin verhuisde naar dit bescheiden rijtjeshuis van 2 ½ verdieping in Amity Street (oorspronkelijk nummer 3, nu 203 North Amity Street). Het huishouden bestond uit Maria, haar dochter Virginia Clemm, haar moeder Elizabeth Poe, haar neef Edgar Allan Poe, en misschien haar zoon Henry. Het kleine huis met vijf kamers was heel anders gelegen dan tegenwoordig, omringd door een paar verspreide huizen en voornamelijk open velden. Poe sliep waarschijnlijk op de bovenste verdieping, onder lage, schuine plafonds, die bereikbaar waren via een smalle, wenteltrap.

De volgende twee jaar bleef Poe zonder succes verschillende carrières verkennen, en schreef hij voor verschillende publicaties. In het bijzonder behaalde hij de eerste en tweede plaats voor een fictie- en poëziewedstrijd, respectievelijk gesponsord door de Baltimore Saturday Visiter. Hij legde ook contact met de Southern Literary Messenger, en zond zowel fictie als redactionele stukken in voor publicatie, en gaf technisch advies aan de redacteur.

Naast de talrijke gedichten en korte verhalen schreef hij voor de Visiter en Messenger op 203 Amity Street. Vermoedelijk heeft hij ook een gedicht geschreven getiteld “Aan Elizabeth,” opgedragen aan een nicht, en “Latijnse Hymne,” een commentaar op de Egyptisch-Osmaanse oorlog (1831-1833). De oorlog werd uitgelokt door Mohammad Ali, die van het Ottomaanse Rijk de controle over Syrië eiste als beloning voor zijn hulp bij andere veldslagen.

De familie werd in 1835 gedwongen uit Amity Street te verhuizen na de dood van de grootmoeder, Elizabeth Poe, en het verlies van haar pensioen.

Het huis zou in 1938 worden gesloopt om plaats te maken voor een woningbouwproject, maar werd gered door de Edgar Allan Poe Society, die in 1923 werd opgericht om Poe’s werk te promoten door middel van lezingen en voordrachten. De Society verzorgde rondleidingen in het huis van 1950 tot 1977, toen de exploitatie van het museum werd overgenomen door de Commission for Historical and Architectural Preservation (CHAP) van Baltimore City. Tegenwoordig wordt het beheerd door Poe Baltimore, een non-profit organisatie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *