De naam van de dynastie komt van de Arabische benaming voor een slaaf, mamluk. De heersende klasse bestond uit slaafsoldaten die oorspronkelijk gevangen waren genomen onder de Turkische volkeren in de steppen van Zuid-Rusland of onder christenen in de noordelijke Kaukasus. De Mamluk dynastie ontstond toen enkele van de slaventroepen van de Ayyubiden in 1250 in opstand kwamen en de Ayyubidenlanden langs de Middellandse Zee innamen. Vanaf dat moment was de macht van de Mamluks gebaseerd op een gestage stroom slaven, die na bekering tot de Islam, onderwijs in het Arabisch en het aanleren van de krijgskunst, de militaire kaste van nieuwe commandanten voorzagen. Hun nakomelingen en andere vrije mannen mochten echter niet op de hoogste posten van de maatschappij komen. In tegenstelling tot andere islamitische dynastieën werd de opvolging meestal bepaald door een staatsgreep, vaak door een commandant van de voormalige sultan, en zelden door familiebanden.
De Mamluks verwierven in de hele islamitische wereld faam als verdedigers van het ware geloof, omdat zij herhaaldelijk de opmars van de schijnbaar onoverwinnelijke Mongolen tegenhielden. Ook de Frankische kruisvaarders en de christelijke vorstendommen in het oostelijke Middellandse-Zeegebied moesten uiteindelijk wijken voor de Mammelukken, die beroemd waren om hun vaardigheid in het gebruik van de lans, het zwaard en de boog. Het resultaat was dat het Mamlukse Rijk zich weldra uitstrekte van Zuidoost-Anatolië tot Soedan en Libië, met Caïro als centrum. Ook de heilige steden in Arabië stonden onder Mamlukse hegemonie. Ondanks verschillende interne machtsstrijden kenden Syrië en Egypte onder de Mammelukken een periode van economische groei. Dit was vooral te danken aan de strategische ligging van het rijk als handelscentrum dat India, Zuid-Europa, de Kaukasus en Zuid-Rusland met elkaar verbond. De handel met India werd op zijn beurt in de loop van de 15e eeuw overgenomen door Portugese schepen. Terzelfder tijd nam de militaire druk van de Ottomanen in het noorden toe. Terwijl de Mamluks vasthielden aan hun traditionele wapens, gaf het gebruik van moderne artillerie en vuurwapens door de Ottomanen uiteindelijk de doorslag en werden de Mamluks in 1517 verslagen.
Vele sultans en emirs waren belangrijke bouwers en mecenassen die prachtige religieuze complexen achterlieten. Hun namen in cursief schrift zijn op een nieuwe monumentale wijze in de islamitische kunst terug te vinden als versiering, niet alleen op de architectuur, maar ook op ingelegd metaalwerk en geëmailleerd glas, de produkten van technieken die in deze periode tot bloei kwamen. Een ander onderscheidend kenmerk is de opkomst van heraldische symbolen. Zij zijn te zien op voorwerpen die zowel voor de plaatselijke bovenlaag als voor Europese adellijke families zijn gemaakt, aangezien de vaardigheden van de Mamlukse ambachtslieden tot ver in de omtrek werden gevraagd.