Ependymale cel, type neuronale steuncel (neuroglia) dat de epitheliale bekleding vormt van de ventrikels (holten) in de hersenen en het centrale kanaal van het ruggenmerg. Ependymale cellen vormen ook de epitheliale laag die de plexus choroideus omgeeft, een netwerk van bloedvaten in de wanden van de laterale ventrikels (de twee grootste ventrikels, die in de hersenhelften paarsgewijs voorkomen). Ependymale cellen zijn, net als alle andere neuroglia, afkomstig van een laag embryonaal weefsel dat neuroectoderm wordt genoemd.
Ependymale cellen en hun epitheliale derivaten van de plexus choroideus hebben verschillende belangrijke functies. In de ventrikels hebben ependymale cellen kleine haarachtige structuren, cilia genaamd, op hun oppervlak, die gericht zijn op de open ruimte van de holten die zij omsluiten. De trilhaartjes slaan in een gecoördineerd patroon om de stroomrichting van de cerebrospinale vloeistof (CSF) te beïnvloeden, waardoor voedingsstoffen en andere stoffen naar de neuronen worden gebracht en moleculen die schadelijk kunnen zijn voor de cellen worden uitgefilterd. Men vermoedt dat het kloppen van de ependymale trilhaartjes ook de distributie van neurotransmitters en andere chemische boodschappers naar de neuronen vergemakkelijkt. De laag van ependymale cellen die de bloedvaten van de plexus choroideus omgeven, heeft hoofdzakelijk tot taak liquor te produceren. Dit wordt bereikt door de selectieve opname van water en bepaalde andere moleculen uit het bloed in de cellen. De stoffen worden vervolgens door de cellen getransporteerd en in de vorm van liquor afgescheiden in de laterale ventrikels.
De ependymale cellen in de ventrikels zijn losjes met elkaar verbonden door speciale intercellulaire adhesieplaatsen, desmosomen genaamd, die de cellen in staat stellen een vrijwel ononderbroken epitheellaag te vormen over het oppervlak van de ventrikels en het ruggemergkanaal. Omdat de verbindingen tussen de ependymale cellen los zijn, kan liquor vanuit de ventrikels in het centrale zenuwstelsel diffunderen. De cellen rond de plexus choroideus zijn met elkaar verbonden door strakke juncties, die voorkomen dat stoffen en vloeistoffen uit de bloedvaten in de liquor lekken. Dit beschermt tegen het ongereguleerd binnendringen van potentieel schadelijke stoffen in de ventrikels en uiteindelijk in het centrale zenuwstelsel.
Een ander type ependymale cel, bekend als tanycyt, wordt alleen gevonden in de bekleding op de bodem van de derde ventrikel in de hersenen. Deze cellen zijn uniek ten opzichte van andere ependymale cellen omdat zij lange uitsteeksels en grote “eindvoeten” hebben die in verbinding staan met de haarvaten en neuronen van de hersenen die zich ver van de hartkamer bevinden. Tanycyten hebben ook geen trilharen en zijn met elkaar verbonden door middel van tight junctions. Tanycyten spelen een belangrijke rol bij het vergemakkelijken van het transport van hormonen en andere stoffen in de hersenen. Door hun lange uitsteeksels kunnen zij bijvoorbeeld hormonen rechtstreeks van de derde ventrikel naar de haarvaten van de mediane eminentie transporteren, die zich in de achterste kwab (neurohypofyse) van de hypofyse bevindt. Hormonen die worden afgegeven door neurosecretorische cellen die vanuit de hypothalamus in de mediane eminence uitmonden, kunnen worden opgenomen door tanycyten voor transport naar de liquor in de derde ventrikel.