Exocriene pancreasinsufficiëntie bij de hond

Wat is de alvleesklier?

De alvleesklier is een v-vormige klier die dicht bij de maag en de dunne darm ligt. Afscheidingsproducten van de alvleesklier worden via de alvleesklierkanalen naar de dunne darm geleid.

Wat is de functie van de alvleesklier?

De alvleesklier heeft twee afzonderlijke en verschillende functies, namelijk de endocriene en de exocriene functie. De alvleesklier produceert enzymen die vetten, koolhydraten en eiwitten verteren. Dit is de exocriene functie van de alvleesklier.

Wat is exocriene pancreasinsufficiëntie?

Exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI) is het onvermogen om voldoende pancreasenzymen te produceren om vetten, koolhydraten en eiwitten te verteren. Dit probleem met de vertering leidt tot een slechte opname van voedingsstoffen, waardoor gewichtsverlies optreedt ondanks een normale of toegenomen eetlust.

De aangetaste honden hebben vaak grote hoeveelheden bleke, vettige ontlasting. Deze aandoening wordt steatorroe of vet in de ontlasting genoemd.

Wat zijn de oorzaken van deze pancreasinsufficiëntie?

De oorzaken kunnen aangeboren (vanaf de geboorte aanwezig), erfelijk (genetisch), of verworven zijn als gevolg van een alvleesklierontsteking, ontsteking of verwonding. De aandoening komt vaker voor bij Chow Chows, Cavalier King Charles Spaniels, Rough-Coated Collies, en Duitse Herdershonden.

De belangrijkste oorzaak lijkt een progressief verlies van alvleeskliercellen te zijn, maar chronische pancreatitis kan ook leiden tot EPI.

Wat zijn de gebruikelijke tekenen van de aandoening?

Jonge volwassen honden worden vaak getroffen en hebben chronische diarree of zeer zachte, volumineuze, vet uitziende ontlasting, overmatige eetlust, af en toe braken, en geleidelijk gewichtsverlies over een periode van maanden.

Hoe wordt de aandoening gediagnosticeerd?

Eenvoudige bloed- en ontlastingsonderzoeken kunnen nauwkeurig aantonen of de aandoening aanwezig is. Canine trypsinogeen-achtige immunoassay (cTLI) is de voorkeursdiagnostische test voor EPI. cTLI in combinatie met vitamine B12- en folaatspiegeltests geeft de beste beoordeling van de alvleesklierfunctie van uw huisdier.

Is het mogelijk om EPI te behandelen?

Hoog verteerbare, vetarme diëten in combinatie met vervanging van pancreasenzymen (Viokase®, Pancreazyme®, Pank-Aid) zullen de aandoening meestal stabiliseren. Cobalamine (vitamine B12) suppletie kan worden overwogen door uw dierenarts wanneer hypocobalaminemie is gedocumenteerd. De behandeling is meestal voor de rest van het leven van de hond. Als verhoogde foliumzuurspiegels worden vastgesteld die wijzen op een overgroei van bacteriën in de dunne darm, dan kan een antibioticum genaamd tylosine (merknaam Tylan®) worden voorgeschreven.

Is diabetes betrokken bij de aandoening?

Zelden, in gevallen die het gevolg zijn van chronische pancreatitis, kunnen ook de endocriene cellen die insuline produceren worden aangetast. In deze gevallen kan er ook sprake zijn van diabetes mellitus (suikerziekte).

Wat is de prognose?

Als er eenmaal een juiste diagnose is gesteld, doen de meeste huisdieren het goed met de behandeling.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *