Fosgeen, ook wel carbonylchloride genoemd, is een kleurloos, chemisch reactief, zeer giftig gas met een geur als van muf hooi, dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van organische chemicaliën, kleurstoffen, polycarbonaatharsen, en isocyanaten voor de vervaardiging van polyurethaanharsen. Het werd voor het eerst gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen het alleen of gemengd met chloor werd gebruikt tegen de troepen. Inademing veroorzaakt ernstig longletsel, waarbij de volledige effecten enkele uren na de blootstelling optreden.
Fosgeen werd voor het eerst bereid in 1811 en wordt vervaardigd door de reactie van koolmonoxide en chloor in de aanwezigheid van een katalysator. Het kan worden gevormd door de thermische ontleding van gechloreerde koolwaterstoffen; b.v. wanneer tetrachloorkoolstof (q.v.) wordt gebruikt als brandblusmiddel. Gasvormig fosgeen, dat een dichtheid heeft van ongeveer drieëneenhalf maal die van lucht, wordt vloeibaar bij een temperatuur van 8,2° C (46,8° F); het wordt gewoonlijk opgeslagen en vervoerd als vloeistof onder druk in stalen cilinders of als oplossing in tolueen. Met water reageert fosgeen tot kooldioxide en zoutzuur.