De natriuretische en diuretische effecten van een gecombineerde behandeling met furosemide en metolazon zijn kwantitatief bestudeerd. 15 gehospitaliseerde patiënten met ernstige vochtretentie die ondanks behandeling met furosemide geen vermindering van het lichaamsgewicht vertoonden, kregen daarnaast gedurende 3 dagen metolazon. 11 patiënten hadden biventriculair hartfalen met oedeem, en 4 hadden levercirrose met ascites. Na de toevoeging van metolazon in een startdosis van 2,5 mg/d werd een zeer significante toename van diurese en natriurese gezien, met een overeenkomstige afname van het lichaamsgewicht, bij alle patiënten die werden voorbehandeld met een dagelijkse dosis van 40-370 mg furosemide (gemiddeld 122 mg/d). Op de eerste dag van deze gecombineerde behandeling nam de gemiddelde natriumuitscheiding toe van 131 tot 303 mval/d (2 p minder dan 0,01) en nam het gemiddelde urinevolume toe van 1677 tot 2940 ml/d (2 p minder dan 0,01). De gemiddelde vermindering van het lichaamsgewicht was 6,1 kg (2 p minder dan 0,001) binnen 7 dagen van continue behandeling. Zelfs bij lage doses versterkt metolazon de diuretische effecten van furosemide aanzienlijk en vereenvoudigt daardoor de behandeling van vochtretentie. Hoge doses furosemide kunnen in veel gevallen worden vermeden, hetgeen vooral een voordeel is bij ambulante langdurige therapie en bij patiënten met een verminderde nierfunctie. Het kan ook de kosten van de therapie verlagen. Bij 3 patiënten moest de dosis furosemide worden verlaagd nadat metolazon was gestart, om een overmatige negatieve vochtbalans te voorkomen. Deze gevallen tonen duidelijk het belang aan van dagelijkse controles van het lichaamsgewicht van de patiënt na het starten van een gecombineerde therapie met furosemide en metolazon.