Abstract
Hartfalen (HF) is een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit bij patiënten met chronische nieraandoeningen (CKD), en de populatie van CKD-patiënten met gelijktijdig optredend HF blijft toenemen. De accurate diagnose van HF is een uitdaging bij patiënten met CKD, deels door een gebrek aan gevalideerde beeldvorming en biomarkers specifiek voor deze populatie. De pathofysiologie tussen het hart en de nieren is complex en bidirectioneel. Patiënten met CKD hebben een grotere prevalentie van traditionele HF-risicofactoren, evenals unieke nierspecifieke risicofactoren, waaronder ondervoeding, zuur-base-veranderingen, uremische toxinen, botmineraalveranderingen, bloedarmoede en myocardbedwelming. Deze risicofactoren dragen ook bij aan de afname van de nierfunctie bij patiënten met subklinische en klinische HF. Meer gerichte HF-therapieën kunnen de resultaten bij patiënten met nieraandoeningen verbeteren, aangezien de huidige HF-therapieën bij deze groep onvoldoende worden gebruikt. Er moet ook verder worden gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe HF-therapieën voor de CKD-populatie.