Hartford Convention, (15 december 1814- 5 januari 1815), in de Amerikaanse geschiedenis, een geheime bijeenkomst in Hartford, Connecticut, van Federalistische afgevaardigden uit Connecticut, Rhode Island, Massachusetts, New Hampshire, en Vermont die ontevreden waren over Pres. James Madisons handelspolitiek en het verloop van de oorlog van 1812 (“Mr. Madisons oorlog”), en ook al lang verontwaardigd waren over het politieke machtsevenwicht waardoor het Zuiden, met name Virginia, de feitelijke controle over de nationale regering kreeg.
De meer extreme afgevaardigden opperden de mogelijkheid van afscheiding, maar anderen streefden er alleen naar amendementen op de grondwet te dicteren die hun belangen zouden beschermen. Uiteindelijk nam de conventie een sterk standpunt in ten aanzien van de rechten van de staten en uitte haar grieven in een reeks resoluties tegen militaire dienstplicht en handelsreglementen (samen met enkele scherpe kritische opmerkingen over Madisons regering) die op 4 januari 1815 werden goedgekeurd.
Terwijl de conventie haar werkzaamheden afrondde, voer er echter een Britse oorlogssloep over de Atlantische Oceaan met verzendingen die de vredesvoorwaarden bevatten die in het Verdrag van Gent waren overeengekomen en waarmee een einde kwam aan de oorlog. Toen de afgezanten van de conventie Washington, D.C. naderden, werden zij bovendien opgewacht door het nieuws van de onverwachte overwinning van generaal Andrew Jackson in de Slag bij New Orleans. Tegen de tijd dat de afgezanten aankwamen, was het niet langer mogelijk om het soort ultimatum te stellen dat in het rapport van de conventie was opgenomen. De oorlog was, samen met de nationale crisis die hij teweeg had gebracht, voorbij. De geheimzinnigheid van de Hartford werkzaamheden droegen ook bij aan het in diskrediet brengen van de conventie, en haar impopulariteit was een factor in de ondergang van de Federalistische Partij.