De aandacht wordt gevestigd op een pijnlijk syndroom aan de voorzijde van de borstkas, ten gevolge van abnormale beweeglijkheid van een rib die de normale kraakbenverbinding met de rib erboven heeft verloren. Het syndroom komt vaak genoeg voor, maar wordt weinig begrepen. Een diepe, voortdurende, doffe en gravatieve pijn wordt gevoeld onder in de borst en boven in de buik, met verdeling over de basis van de hemithorax. Ze wordt verlicht door rust en verergerd door inspanning en bepaalde houdingen. Een of meer ribben aan een of beide zijden kunnen zijn aangedaan, hoewel de Xe het vaakst voorkomt. De aandoening kan het directe of indirecte gevolg zijn van een trauma, of aangeboren zijn. Een abnormale ontwikkeling van de XIe rib kan tot gevolg hebben dat deze over de ribben erboven schuift en zo pijn veroorzaakt. De vorming van pariëtale algogene plaatsen wordt verondersteld in de eerste plaats verantwoordelijk te zijn voor de pijn. Deze plaatsen ontstaan door wrijving van het uiteinde van het vrije kraakbeen met naburige structuren. Directe compressie van de corresponderende romp kan ook een rol spelen. De objectieve diagnose is gebaseerd op uitwendige tekenen. De zwevende rib wordt gemakkelijk herkend als de oorzaak van de pijn en het syndroom zelf staat bekend als het pijnlijke afgegleden (beter, zwevende) ribsyndroom. Bevredigende resultaten worden verkregen door diepe pijnstillende infiltratie aan het uiteinde van het vrije kraakbeen en kunnen worden verlengd door rust. Er wordt verwezen naar eerder gerapporteerde gegevens betreffende functiestoornissen van de extrahepatische galwegen bij personen met dit syndroom in het licht van een uitgebreidere case-serie. Het radiologische beeld wordt gewoonlijk gekenmerkt door hypertonie en hyperkinesie van de galblaas, met incidentele betrokkenheid van de sluitspier. De fysiopathogenetische interpretatie van deze geassocieerde parietobiliaire manifestaties wordt besproken in het licht van experimenteel en therapeutisch bewijsmateriaal. Hun klinisch belang wordt ook benadrukt.