Heading

Hij trouwde op 24 juni 1908 met Helen Reilly Barbour en op 27 november 1910 werd een dochter, Elizabeth, geboren. In de volkstelling van 1911 staat dat het gezin woont in Dunallon, 12 Windsor Avenue, Belfast, een groot vrijstaand huis, samen met vijf bedienden.

Thomas Andrews begon op 16-jarige leeftijd als leerling bij Harland and Wolff te werken en maakte snel vorderingen. In iets meer dan 20 jaar werd hij directeur van de ontwerp- en tekenafdeling en hoofd scheepsarchitect. Tegen de tijd dat het contract voor de Olympic/Titanic met White Star Line werd gesloten, had hij al gewerkt aan de Celtic, Cedric, Baltic, Oceanic en Adriatic. Thomas ging aan boord van de Titanic op haar eerste reis, zoals hij had gedaan op de Olympic en verschillende andere schepen, om ervoor te zorgen dat alles soepel verliep, als hoofd van de zogenaamde Guarantee Group. Hij ging aan boord als passagier eerste klas met ticketnummer 112050 en werd tijdens de reis door passagiers en bemanning gezien met zijn notitieblok en potlood om aantekeningen te maken.

Tijdens het onderzoek van de Britse Wreck Commissioner verklaarde Saloon Steward James Johnson dat hij Andrews en Captain Smith de ondergelopen delen van het schip zag inspecteren, waaronder de postkamer en de racquet court. Thomas concludeerde dat het schip in ongeveer twee uur zou zinken. Steward John Stewart verklaarde dat hij Thomas Andrews enkele ogenblikken voor het zinken van het schip zag staan, zwijgend in de rookkamer van de eerste klasse, met zijn reddingsgordel in de buurt weggegooid. Hij overleefde het zinken van de Titanic niet en zijn lichaam is nooit geborgen.