De grootte van de tumor houdt sterk verband met de prognose (overlevingskansen). In het algemeen geldt: hoe kleiner de tumor, hoe beter de prognose.
De grootte van de tumor maakt deel uit van de stadiëring van borstkanker. In het TNM-stadiëringssysteem geeft een “T” gevolgd door een getal de grootte van de tumor aan.
In sommige gevallen kan de grootte van de tumor niet worden bepaald (TX) of kan geen tumor worden gevonden (T0).
Een diagnose van carcinoma in situ wordt geclassificeerd als Tis.
Tumorgroottecategorieën |
|
TX: Tumorgrootte kan niet worden beoordeeld |
|
T0: Er kan geen tumor worden gevonden |
|
Tis: Carcinoma in situ |
|
Subcategorieën van Tis: |
|
Tis (DCIS): Ductaal carcinoom in situ |
|
Tis (Paget): Ziekte van Paget van de borst (ziekte van Paget van de tepel) zonder DCIS of invasieve borstkanker |
|
T1: Tumor is 2 cm of kleiner |
|
Subcategorieën van T1: |
|
T1mi: Zeer kleine tumor (0,1 cm of kleiner) |
|
T1a: Tumor is groter dan 0.1 cm, maar niet groter dan 0,5 cm |
|
T1b: Tumor is groter dan 0.5 cm, maar niet groter dan 1 cm |
|
T1c: Tumor is groter dan 1 cm, maar niet groter dan 2 cm |
|
T2: Tumor is groter dan 2 cm, maar niet groter dan 5 cm |
|
T3: Tumor is groter dan 5 cm |
|
T4: Tumor is van elke grootte, maar is buiten het borstweefsel uitgezaaid naar de borstwand en/of huid |
|
Subcategorieën van T4: |
|
T4a: Tumor is uitgezaaid naar de borstwand |
|
T4b: Tumor is uitgezaaid naar de huid, maar is geen inflammatoire borstkanker |
|
T4c: Tumor is uitgezaaid naar zowel de borstwand als de huid |
|
T4d: Inflammatoire borstkanker |
|
Opgesteld uit materiaal van American Joint Commission on Cancer . |
Bijgewerkt 12/12/20