Photo: toolmonger.com
Het raftervierkant is ontworpen om gebruik te maken van de geometrische wetten van de rechthoekige driehoek. Zo heeft de rechthoekige driehoek per definitie één hoek van negentig graden. De hoek waarin het blad en de tong van een dakspantvierkant samenkomen is ook een hoek van negentig graden. Dus, als je je vierkant met één been waterpas zet, dan is het andere altijd loodrecht. Bij het bouwen van een rechtlijnige constructie heeft deze eenvoudige constante veel toepassingen.
Eén daarvan is het plannen en plaatsen van dakspanten.
De dakhelling wordt traditioneel niet in graden aangegeven (zoals in “Dit is een vijfenveertig graden dak” of “Dat is een dertig graden dakhelling”). De helling van een dak wordt uitgedrukt in een verhouding, namelijk de verhouding tussen de dakhelling en de dakspoor.
Wat de helling van een dak ook is, deze wordt uitgedrukt als dakhelling per eenheid (verticaal) over dakspoor per eenheid (horizontaal). De dakhelling is altijd 12 inches; de dakhelling wordt door de bouwer of architect bepaald op basis van smaak (geeft u de voorkeur aan het profiel van een hoog of laag dak?) en praktische overwegingen (een steil dak voert sneeuw beter af, maar het is gevaarlijker om op te werken). Dus een dakhelling wordt uitgedrukt in verhoudingen als twaalf over twaalf of zes over twaalf – wat betekent dat in elke voet horizontale afstand het dak met een stijging van twaalf of zes respectievelijk twaalf of zes duim zal stijgen.
Als u de stijging en de loop van het dak kent dat u aan het leggen bent, dan kunt u de lengte van de dakspar bepalen met behulp van de daksparentabellen die op de voorkant van het vierkant zijn gestempeld. Bijvoorbeeld, als uw dak een twaalf over twaalf is (dat wil zeggen, het heeft een vrij steile helling van vijfenveertig graden), dan is de eenheidslengte van de dakspant te vinden op de voorkant van het vierkant onder de twaalf-inch markering op het blad. Voor elke voet stijging of stijging is het dakspant 16,97 inch lang.
Als dit alles je hoofd op hol brengt, troost je dan hiermee: het dakspantenvierkant is een stuk minder ingewikkeld dan de theorie die het laat werken. Dat is het mooie ervan. Om een dakspant te maken, hoef je alleen maar de verhouding van de helling te weten. Dan zet je de liniaal zo op de dakspar dat de twaalf-inch markering op één lijn ligt met de onderkant van de dakspar; je draait de liniaal op dat punt zodat het snijpunt tussen het blad en de dakspar gelijk is aan de dakhelling; en dankzij de magie van oude geometrische figuurtjes heb je je loodlijnsnede.
U kunt de dakspant gebruiken om uw loodlijn af te tekenen (waar de dakspant tegen de nokplank aankomt), de “vogelbek” (de schuine snede waar de dakspant in de muur bijt), en de staartsnede (het onderste uiteinde van de dakspant). En een eenvoudig zadeldak is ineens binnen je vaardigheden. Gecompliceerdere dakbedekkingsontwerpen met heupen en dalen en samengestelde hoeksneden zijn niet al te moeilijk. Als u een nieuwe vierkant koopt, krijgt u er een boekje bij dat u door de verschillende stappen van deze processen leidt.