-
Grote tekstgrootteGrote tekstgrootteReguliere tekstgrootte
Huiswerk is de manier van je leraar om te beoordelen hoeveel je begrijpt van wat er in de klas gebeurt. Maar het kan soms overweldigend lijken. Gelukkig kun je een paar dingen doen om het huiswerk minder zwaar te maken.
Maak een huiswerkplan
Begrijp de opdracht. Schrijf het op in je notitieboekje of planner, en wees niet bang om vragen te stellen over wat er wordt verwacht. Het is veel gemakkelijker om tijdens of na de les even de tijd te nemen om het de docent te vragen dan om later op de avond te moeten worstelen om het je te herinneren.
Als je veel huiswerk of activiteiten hebt, vraag dan hoe lang een bepaalde huiswerkopdracht moet duren. Op die manier kun je je tijd budgetteren.
Start er meteen mee. Dat het “huiswerk” heet, betekent niet dat je het thuis moet doen. Gebruik studietijd of andere extra tijd op school. Hoe meer je op school afkrijgt, hoe minder je ’s avonds hoeft te doen.
Budgetteer je tijd. Als je je huiswerk op school niet afkrijgt, bedenk dan hoeveel tijd je nog hebt en wat er die dag nog meer te doen is. De meeste middelbare scholieren hebben tussen de 1 en 3 uur huiswerk per avond. Als het een zware huiswerkdag is, zul je meer tijd aan je huiswerk moeten besteden. Het is een goed idee om een huiswerkschema op te stellen, vooral als je aan sport of activiteiten doet of een naschoolse baan hebt.
Watch Where You Work
Wanneer je gaat zitten om huiswerk te maken of te studeren, waar doe je dat dan? Voor de tv? In de keuken, met het geluid van de afwas en ruziënde broers en zussen?
Zoek een rustige plek om je te concentreren. De keukentafel was prima toen je jonger was en je je huiswerk nog niet zo geconcentreerd hoefde te maken. Maar nu lukt het je het beste als je een plek kunt vinden waar je niet wordt afgeleid door lawaai, zoals een slaapkamer of studeerkamer.
Vermijd studeren op je bed. Ga aan een bureau of tafel zitten waar u uw computer op kunt zetten en waar u comfortabel aan kunt werken. Parkeer uw apparaten terwijl u studeert. Alleen al het hebben van je telefoon waar je hem kunt zien, kan je afleiden. Daardoor duurt het huiswerk langer.
Ga aan de slag
Haal de moeilijkste opdrachten eerst. Het is verleidelijk om met de makkelijke dingen te beginnen om ze uit de weg te krijgen. Maar je hebt de meeste energie en focus als je begint. Gebruik deze mentale kracht op de onderwerpen die het meest uitdagend zijn. Later, als je vermoeider bent, kun je je op de eenvoudiger dingen concentreren.
Doe verder. Als je vastloopt, probeer het probleem zo goed mogelijk op te lossen – maar besteed er niet te veel tijd aan, want dat kan je huiswerkschema voor de rest van de avond in de war schoppen. Als het nodig is, vraag dan een volwassene of een oudere broer of zus om hulp. Of neem contact op met een klasgenoot. Kies alleen niet iemand met wie je de hele nacht zit te kletsen, anders krijg je het nooit af!
Neem pauzes. De meeste mensen hebben een korte aandachtsspanne. Als je te lang zit zonder je uit te rekken of te ontspannen, ben je minder productief dan wanneer je af en toe stopt. Elk uur een kwartier pauze nemen is voor de meeste mensen een goed idee. (Als je echt geconcentreerd bent, wacht dan tot het een goed moment is om te stoppen.)
Get It Ready to Go
Als je huiswerk af is, stop het dan in je rugzak. Niets is vervelender dan een afgemaakte opdracht die je de volgende ochtend niet meer kunt vinden. Nu ben je vrij om rond te hangen – zonder het schuldgevoel van onafgemaakt werk.
Haal hulp wanneer je het nodig hebt
Zelfs als je oplet in de klas, studeert voor toetsen en je huiswerk maakt, lijken sommige vakken te moeilijk. Je hoopt misschien dat het makkelijker wordt, maar meestal gebeurt dat niet.
Wat voor veel mensen wel gebeurt, is dat ze steeds harder gaan werken terwijl ze steeds verder achterop raken. Er is niets gênants aan hulp vragen. Niemand begrijpt alles.
Start met je leraar of begeleidingsadviseur. Sommige leraren werken voor of na schooltijd met leerlingen om dingen duidelijker uit te leggen. Maar wat als je je niet op je gemak voelt bij je leraar? Als je school groot is, zijn er misschien andere docenten die hetzelfde onderwerp kennen. Soms helpt het gewoon als een nieuw iemand iets op een andere manier uitlegt.
Vraag het aan een klasgenoot. Als je iemand kent die goed is in een bepaald onderwerp, vraag dan of je samen kunt studeren. Dit kan helpen, maar bedenk wel dat mensen die een onderwerp begrijpen niet altijd even goed zijn in het uitleggen ervan.
Vind een tutor. Je moet hier met een volwassene over praten, want het kost meestal geld om een tutor in te huren. Tutoren komen bij je thuis of ontmoeten je ergens zoals de bibliotheek of een tutoring center. Ze werken samen met studenten om dingen die in de klas zijn geleerd te herzien en uit te leggen. Dit geeft je de kans om vragen te stellen en in je eigen tempo te werken. Je leraar of begeleider kan je helpen een tutor te vinden als je geïnteresseerd bent.