Veel kinderen met een Asperger-profiel hebben wel eens een meltdown. Na een inzinking kunnen ouders zich uitgeput voelen en zich afvragen of ze wel goed hebben gereageerd. Als je een kind hebt met meltdowns, overweeg dan het volgende:
- Niet alle meltdowns lijken op elkaar: Er zijn verschillende gedragingen die optreden wanneer een kind niet meer in staat is om kalm of gereguleerd te blijven. Het kind kan vallen, zich gedragen, huilen, vloeken, schreeuwen, dingen gooien, zichzelf of anderen slaan, van je wegrennen of bijten. Meltdowns kunnen minuten tot uren duren.
- Meltdowns zijn geen manier van je kind om je te manipuleren: Meltdowns zijn emotionele explosies. Je kind is overbelast en is niet in staat om rationeel te denken.
Strategieën om met meltdowns om te gaan:
Als je in staat bent om de gedragingen te herkennen die je vertellen dat er een meltdown aankomt, gebruik dan het Calm Down Plan. Dit zijn de weinige momenten dat het kind nog kan luisteren en nadenken en misschien een keuze kan maken om de inzinking te voorkomen. Hoe meer je kunt leren van de acties die je kind doet om je te waarschuwen dat het eraan komt, hoe meer je zult leren om ze te voorkomen.
Als je de escalatie niet van tevoren hebt opgemerkt, of er was geen waarschuwing en het kind gaat meteen in de meltdown, onthoud dan dat ze nu niet goed kunnen luisteren en aanwijzingen niet goed kunnen opvolgen. Houd hen (en anderen) veilig, met zo weinig mogelijk inbreng, en wacht rustig tot het voorbij is. Raak hen niet aan en wees een stille toeschouwer die ervoor zorgt dat ze veilig blijven. Als uw kind moet worden vastgehouden om veilig te blijven, zorg er dan voor dat u wordt bijgestaan door een professional die hiervoor is opgeleid.
Als het lichaam van het kind zich eenmaal begint te ontspannen en u weet dat de inzinking ten einde loopt, gebruikt u de volgende benaderingen:
Laag: Gebruik een lage, rustige stem om tegen uw kind te praten.
Laag: Hun taalverwerking is over het algemeen langzamer dan de onze (vooral na een inzinking), dus spreek weinig woorden en elk woord langzaam.
Bied keuzes aan: Geef ze in je rustige, langzame spraak een paar keuzes die ze nu kunnen kiezen om zich beter te voelen. Zeg de keuzes met zo weinig mogelijk woorden. (“Zou je je gezicht willen wassen?” of “Zou je water willen?”). Deze eerste keuzes zijn verzorgend en zorgzaam en laten zien dat jouw eerste wens is dat ze weten dat ze oké zijn en dat het nu voorbij is. Praat nu helemaal niet meer over de inzinking.
Als de kamer door de inzinking overhoop is gehaald, kunnen jij en het kind later samen langzaam opruimen. Zorg ervoor dat de inzinking helemaal voorbij is voordat je aanwijzingen geeft, anders begint het gewoon weer opnieuw.
Stel het kind met je kalme, rustige acties gerust dat het gezinsleven in orde is.
Als de inzinking helemaal voorbij is, wil je misschien een briefje schrijven over wanneer het gebeurde, wat de aanleiding kan zijn geweest, had het kind honger of was het moe, deed het kind een taak te lang, of andere nuttige feiten die je kunt gebruiken om het in de toekomst te voorkomen. Geef het kind nooit een uitbrander voor de inzinking, maar gebruik de informatie die je hebt verzameld om samen met het kind een inzinking in de toekomst te voorkomen.
Geef het kind steun. Meltdowns kunnen heel moeilijk zijn voor kinderen en ouders. U staat er niet alleen voor en AANE is er om u te helpen. U kunt altijd bellen of mailen of een oudercoachsessie plannen om geïndividualiseerde strategieën te krijgen om u en uw gezin te helpen.