Hoe te vertellen wie de spreker is in een gedicht

— Jupiterimages/BananaStock/Getty Images

De spreker is de stem of “persona” van een gedicht. Men moet er niet van uitgaan dat de dichter de spreker is, want de dichter kan schrijven vanuit een heel ander perspectief dan het zijne, zelfs met de stem van een ander geslacht, ras of soort, of zelfs van een materieel object. De lezer of luisteraar moet meer doen dan alleen de stem van het gedicht horen om de spreker te identificeren. Het is belangrijk om de andere elementen van het gedicht te onderzoeken, zoals de situatie, de structuur, beschrijvende details, figuurlijke taal en ritmes om de identiteit van de spreker te helpen bepalen.

Lees het gedicht een keer helemaal door zonder te stoppen om vragen te stellen. Noteer een onmiddellijke indruk van de spreker in het gedicht: Wat voor soort spreker stel je je voor in je “geestesoog”? Schrijf alles op wat in je opkomt. Dit is je eerste indruk van de spreker.

Lees het gedicht nog eens en maak aantekeningen in de kantlijn; stel de vraag: “Waar gaat dit gedicht over?” Let op de titel; die verwijst vaak naar de situatie of de betekenis van het gedicht. Onderstreep woorden of beelden die door de spreker herhaald worden; herhaling creëert nadruk, en nadruk onthult de zorgen en houding van de spreker ten opzichte van het onderwerp van het gedicht.

Bepaal de “situatie” van het gedicht: Wat gebeurt er als het gedicht begint? Wat is het onderwerp dat de spreker aansnijdt? Beschrijf de omgeving die in de beschrijvende beelden wordt afgebeeld: Zijn ze afkomstig uit de natuur of de stad, een specifieke locatie of een algemene omgeving?

Ontdek het soort taal dat de spreker gebruikt: Is het formeel of informeel, zoals in het dagelijks spraakgebruik? Zijn er verwijzingen naar een bepaalde situatie of naar een innerlijke gemoedstoestand? Let op de focus van de spreker: Waaraan besteedt hij of zij aandacht?

Bepaal de algemene emotie van het gedicht: Is de spreker nadenkend, opgewonden, nostalgisch, bezorgd, boos, optimistisch? Analyseer de taal op woorden die stemmingen suggereren: kleuren, geluiden en beelden. Beschrijf het ritme van de stem van de spreker om zijn of haar houding te helpen bepalen: Is het ritme zacht en vloeiend of hakkelig en kortaf?

Schrijf een korte beschrijving van het fysieke uiterlijk van de spreker, zijn leeftijd, geslacht, sociale status en alle andere details die helpen de spreker tot leven te brengen. Als de details in het gedicht niet specifiek zijn over deze kenmerken, gebruik dan de context van het gedicht om te speculeren.

Bekijk de aantekeningen die je tijdens je analyse van het gedicht hebt gemaakt en trek enkele conclusies over de spreker. Schrijf een korte karakterschets van de spreker op basis van de aantekeningen die je hebt gemaakt tijdens de close reading van het gedicht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *