Howard Gardner, (geboren 11 juli 1943, Scranton, Pennsylvania, V.S.), Amerikaans cognitief psycholoog en auteur, vooral bekend om zijn theorie van meervoudige intelligenties. Voor het eerst gepresenteerd in Frames of Mind: The Theory of Multiple Intelligences (1983) en vervolgens verfijnd en uitgebreid in Multiple Intelligences: The Theory in Practice (1993), Intelligence Reframed: Meervoudige Intelligenties voor de 21e Eeuw (1999), en Meervoudige Intelligenties: New Horizons (2006), inspireerde Gardner’s theorie leraren, schoolleiders en speciale opvoeders om de notie te omarmen dat er vele manieren zijn om intelligent te zijn.
Gardner was de zoon van Joodse vluchtelingen uit Nazi-Duitsland. Hij was een leergierig kind dat graag las, en hij ontwikkelde zich tot een begaafd pianist. Hij behield een levenslange passie voor muziek die bijdroeg aan zijn niet-unitaire opvatting van de menselijke cognitieve capaciteit.
Gardner volgde het grootste deel van zijn formele opleiding en graduate werk aan de Harvard University, waar hij in 1965 een bachelor in sociale relaties behaalde en in 1971 een doctoraal in ontwikkelingspsychologie. Tot zijn vele academische aanstellingen behoorden een hoogleraarschap neurologie aan de Boston University School of Medicine (1984-2005) en een hoogleraarschap onderwijs aan de Harvard Graduate School of Education (1986-98), waar hij in 1998 werd benoemd tot John H. and Elisabeth A. Hobbs Professor of Cognition and Education.
In Frames of Mind bekritiseerde Gardner eerdere, unitaire modellen van intellectueel vermogen, waarin intelligentie gewoonlijk werd gerapporteerd als een enkele IQ-score (intelligentiequotiënt). In plaats daarvan beschreef hij een complexer paradigma waarin menselijke intelligentie acht of meer relatief autonome intellectuele capaciteiten omvat: logisch-mathematische intelligentie, muzikale intelligentie, linguïstische intelligentie, lichamelijk- kinesthetische intelligentie, ruimtelijke intelligentie, interpersoonlijke intelligentie, intrapersoonlijke intelligentie (het vermogen om zichzelf te begrijpen), en naturalistische intelligentie (het vermogen om bepaalde aspecten van de omgeving te herkennen en er gebruik van te maken).
De theorie van meervoudige intelligenties heeft invloed gehad op veel inspanningen om scholen in de Verenigde Staten te verbeteren. Gardner en anderen stimuleerden inspanningen om de verschillende capaciteiten van leerlingen te begrijpen en benadrukten de behoefte aan gepersonaliseerde onderwijsomgevingen, verbeterde interdisciplinaire curriculaire programma’s en het gebruik van prestatiebeoordelingen.
Andere werken van Gardner waren onder meer The Mind’s New Science: A History of the Cognitive Revolution (1985) en Truth, Beauty, and Goodness Reframed: Educating for the Virtues in the 21st Century (2011).