Indische pijp, (Monotropa uniflora), ook wel spookplant, lijkenplant, stuiptrekwortel, of spookpijp genoemd, niet-fotosynthetisch overblijvend kruid van de heidefamilie (Ericaceae). De plant is mycoheterotroof, d.w.z. dat zij in nauwe associatie leeft met een schimmel, waarvan zij het grootste deel van haar voeding betrekt. De schimmel leeft op zijn beurt in associatie met naburige beuken en andere bomen, en zo is een groot deel van de energie die uiteindelijk naar de Indische pijp gaat een product van fotosynthese. Indische pijp komt voor in Azië en in heel Noord-Amerika en delen van noordelijk Zuid-Amerika en wordt als zeldzaam beschouwd. Hij wordt meestal aangetroffen in vochtige schaduwrijke gebieden.
De plant ontstaat uit een warrige massa wortels, wordt 15-25 cm hoog en is, bij gebrek aan chlorofyl, wit, rozig of (in zeldzame gevallen) rood. Als hij uitdroogt, wordt hij zwart. De bladeren zijn slechts door kleine schubben vertegenwoordigd. Aan de top van de stengel zit een enkele, reukloze, afhangende, bekervormige bloem met vier of vijf kroonblaadjes. De vrucht is een ovale capsule.