De uit Virginia afkomstige James Monroe werd met overweldigende meerderheid verkozen tot de vijfde president van de Verenigde Staten. Monroe vocht in de Revolutionaire Oorlog, steunde de Bill of Rights en diende als Amerikaans diplomaat in Europa, als gouverneur van Virginia, als senator, als minister van Buitenlandse Zaken, als minister van Oorlog en als onderhandelaar over de Louisiana Purchase. Zijn ervaring maakte hem tot een uitstekende kandidaat voor het presidentschap.
Onder zijn regering, die in 1817 begon, kende het land vrede en een gezonde economie. Als gevolg daarvan staan de jaren van zijn twee ambtstermijnen bekend als het “tijdperk van de goede gevoelens.”
Als president legde Monroe de basis voor het Amerikaanse buitenlands beleid in een boodschap aan het Congres in 1823. Dit beleid, waarin Europese mogendheden werden gewaarschuwd tegen expansie op het westelijk halfrond, werd bekend als de Monroe-doctrine.
Om het evenwicht tussen vrije staten en slavenstaten te bewaren, hielp hij bij het opstellen van het Missouri-compromis. Het Compromis stelde ook een grenslijn over het land vast. Boven die lijn (36 graden 30 minuten noorderbreedte) mocht geen enkel gebied slavernij invoeren.