De kenmerken waaraan we een autistisch kind kunnen herkennen zijn gevarieerd, aangezien het een syndroom is en geen ziekte. Men gaat ervan uit dat iemand autistisch is als hij op een bepaald moment in zijn leven, ten minste zeven van de volgende kenmerken heeft of heeft gehad:
- Taal nihil, beperkt of had en gestopt met spreken.
- Ecolalie, herhaalt hetzelfde of wat hij hoort (zinnen of woorden).
- lijkt doof, deinst niet terug voor geluiden.
- Is geobsedeerd door voorwerpen.
- Heeft geen belangstelling voor speelgoed of gebruikt het niet op de juiste manier.
- Stackt voorwerpen of heeft de neiging ze op een rij te zetten.
- Stackt voorwerpen of heeft de neiging ze op een rij te zetten.
- Kijkt niet in de ogen, vermijdt elk oogcontact.
- Speelt of socialiseert niet met andere kinderen.
- Reageert niet op zijn naam.
- Toont totale desinteresse in zijn omgeving, is niet attent.
- Niet gehoorzaamt of aanwijzingen opvolgt.
- Vraagt om dingen door iemands hand te pakken en te leiden naar wat hij wil.
- Mijdt lichamelijk contact, houdt er niet van om aangeraakt of vastgehouden te worden.
- Ritmisch en constant met de handen wapperen.
- Spinend of schommelend op zichzelf.
- Stilstaand starend naar een punt alsof hij gehypnotiseerd is.
- Lopen op de tenen.
- Kan niet tegen bepaalde geluiden of lichten.
- Hyperactief of extreem passief.
- Angressiviteit en/of zelf-agressiviteit.
- Obsessie met orde en routine, kan niet tegen verandering.
- Wordt erg boos en gooit driftbuien zonder duidelijke reden of omdat hij iets niet heeft gekregen.
- Lacht zonder duidelijke reden.
- Repetitief gedrag, d.w.z. de neiging om een patroon steeds opnieuw te herhalen.
- Slaapstoornissen.
- Selectief eten.
Afgezien van de controverses rond autisme-theorieën, zijn er een aantal vaststaande feiten:
Röntgenstralen, CT-scans van de hersenen en andere medische tests geven tot nu toe geen overeenkomstige lichamelijke symptomen bij autisten weer. In sommige gevallen wordt het in het EEG weerspiegeld als pieken. Er zijn tot op heden zeer weinig autopsies verricht.
Autistische kinderen worden vaak niet zo vroeg gediagnosticeerd als men zou verwachten: de diagnoses variëren van 4 maanden tot 4 jaar. In sommige gevallen wordt de identificatie pas veel later gedaan. Autistische kinderen uit huis plaatsen en onder de hoede van anderen plaatsen heeft geen effect. Statistieken tonen aan dat er voor elke vier autistische mannen, één autistische vrouw is.
Autistische kinderen hebben over het algemeen geen oogcontact en vermijden dit zelfs. Het is betrekkelijk eenvoudig om een autistisch kind te leren in de ogen te kijken, maar dit verandert niets aan andere aspecten van zijn gedrag.
Hoewel er verhalen zijn van autisten die genezen zijn, heeft geen van de methoden die zichzelf zulke genezingen toedichten, tot latere genezingen geleid. Een minderheid van de autisten leidt een normaal leven, hoewel slechts weinigen trouwen of belangstelling tonen voor de andere sekse en geen initiatief hebben. De rest moet hun hele leven verzorgd worden.