Mason is het overgebrachte gebruik van een Engelse achternaam. Mason is in de Middeleeuwen ontstaan als een beroepsnaam voor een geschoolde steenbewerker (van het Oudfranse “maçon”), een woord dat uiteindelijk is afgeleid van het Germaanse “macian” dat “maken” betekent. De Normandisch-Franse introduceerden de naam in Engeland na de Normandische verovering van 1066. Op dat moment in de geschiedenis waren zeer weinig bouwwerken in Engeland van steen gemaakt, dus introduceerden de Fransen niet alleen het woord in Engeland, maar brachten zij ook de vaardigheid van het metselen zelf mee. Als familienaam gaat Mason terug tot ten minste de 11e eeuw in Engeland, toen achternamen werden uitgegeven als een vorm van identificatie voor belastingdoeleinden. Beroepen werden een van de belangrijkste manieren om een burger te classificeren. Zo werd Robert de bakker Robert Baker en Richard de steenhouwer Richard Mason. Het is niet zeker wanneer Mason begon te worden gebruikt als voornaam voor jongens, maar we weten dat het dateert uit ten minste de 19e eeuw in Amerika. Het gebruik van de naam Mason in Amerika is wellicht beïnvloed door George Mason, een 18e eeuws patriot en staatsman die bekend staat om zijn rol bij het opstellen van de Bill of Rights. Tegenwoordig wordt de naam Mason bijna uitsluitend gebruikt in Engelssprekende landen. Hij is het populairst in Noord-Amerika (de Verenigde Staten en Canada), maar ook in Australië, Schotland en Engeland staat hij opvallend hoog.