(1867-1927) Psycholoog
Invloeden
- Student van: Wundt
- Bevloeden door:
- Studenten: Guilford
- Beïnvloed:
- Tijdvak: Invloed van de Grote Scholen
Onderwijs
- Oxford University (B.A., 1890)
- Universiteit van Leipzig, Psychologie (Ph.D., 1892)
Carrière
- Psychologie hoogleraar, Cornell University (1892-1927)
- Hoofd, afdeling Psychologie, Cornell University (1892-1897)
- Redacteur, Studies van het Departement Psychologie van Cornell University (1894-1927)
- American Edtor, Mind (1894-1917)
- Editor, American Journal of Psychology (1895-1927)
Major Contribution
- Bracht de ‘nieuwe psychologie’, de experimentele psychologie van Wundt (en anderen) naar de Verenigde Staten en bewerkstelligde daarmee de overgang van de mentale filosofie naar de psychologie zoals die thans wordt beoefend.
- Door diepgaande, zorgvuldige en systematische verkenning van de introspectieve en structuralistische positie, onthulde Titchener uiteindelijk de significante beperkingen ervan, waardoor de ontwikkeling van de psychologie uiteindelijk bevrijd kon worden van de structuralistische grenzen.
Ideeën en interesses
Edward Bradford Titchener werd algemeen beschouwd als Wundt’s apostel in Amerika. Hij bestudeerde systematische psychologie, maar niet met uitsluiting van andere takken. Als erkend leider van het structuralisme werd Titchener gewaardeerd als de meest vooraanstaande psycholoog in de Verenigde Staten, de meest representatieve experimentalist, en een inspirerende leraar die veel van zijn leerlingen in de richting van wetenschappelijke procedures leidde. De school van het structuralisme was geboren op Cornell en had leven in Titchener en zijn doctoraalstudenten.
Titchener weigerde de toegepaste psychologie als een geldige onderneming te beschouwen en had geen belangstelling voor het bestuderen van dieren, kinderen, abnormaal gedrag, of individuele verschillen. Titchener probeerde het Wundtiaanse standpunt te systematiseren en produceerde laboratoriumonderzoek waarbij alleen Wundt’s methode van introspectie werd gebruikt. Voor Titchener was psychologie de studie van ervaring vanuit het gezichtspunt van het ervarende individu. Alle elementen moeten in het bewustzijn bestaan; daarom werden gewoonte, actie, instinct en elk Freudiaans mechanisme door hem marginaal of helemaal niet behandeld. Titchener karakteriseerde mentale processen als kwaliteit, intensiteit, duur, helderheid, en uitgebreidheid.
Binnen het algemene kader van het structuralisme leverde Titchener één speciale theorie die bekendheid verwierf omdat zij in verschillende vorm steeds weer opdook in het werk van andere psychologen en linguïsten. Het is de kern-contexttheorie van betekenis. Volgens deze theorie verkrijgt een nieuw mentaal proces (de kern) zijn betekenis uit de context van andere mentale processen waarbinnen het optreedt. In zijn eenvoudigste vorm kan de context slechts één ander mentaal element zijn, en bovendien hoeft een persoon zich niet bewust te zijn van de context om betekenis toe te kennen (onbewuste context).
“Wat een man! Voor mij heeft hij altijd het genie het dichtst benaderd van iedereen met wie ik nauw verbonden ben geweest.” (E. G. Boring over E. B. Titchener Pictorial History of Psychology and Psychiatry).
Publicaties
- Elementaire psychologie; 4 delen (1901-1905)
- A Text Book of Psychology (1910)
- Systematic Psychology: Prolegomena (1929)
Referenties: 17, 18, 37
Image Courtesy of the National Library of Medicine