Mannen die dapoxetine (DPX) tegen premature ejaculatie gebruiken, lijken weinig last te hebben van treatment emergent adverse events (TEAE’s), zo blijkt uit nieuw onderzoek dat is gepubliceerd in The Journal of Sexual Medicine.
TEAE’s zijn bijwerkingen die optreden na de start van de behandeling.
Dapoxetine, een selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI), is in meer dan 60 landen goedgekeurd voor de behandeling van premature ejaculatie. In tegenstelling tot andere SSRI’s werkt het middel snel en kan het op aanvraag worden gebruikt, waardoor het aantal bijwerkingen in vergelijking met andere SSRI’s zou kunnen afnemen.
Hoewel dapoxetine een goed veiligheidsprofiel zou hebben, was meer onderzoek naar TEAE’s nodig.
Daartoe heeft een team van onderzoekers uit Italië nader onderzoek verricht.
Als onderdeel van een groter project, de PAUSE-studie, werd specifiek gekeken naar “ongewenste voorvallen van speciaal belang”, waaronder effecten op de stemming, de neurocognitieve functie, het cardiovasculaire systeem, het urogenitale systeem en de seksuele functie, verwondingen door ongevallen en abnormale bloedingen.
Bij de studie waren 7.545 mannen uit zeven Europese landen betrokken. Alle mannen hadden voortijdige ejaculatie, en hun gemiddelde leeftijd was 40,5 jaar.
Over een periode van twaalf weken namen 6128 patiënten ten minste één dosis dapoxetine (30-60 mg). De overige 1.417 patiënten namen een alternatieve orale behandeling (AOT), zoals andere SSRI’s en fosfodiesterase type 5-remmers, die vaak worden voorgeschreven voor erectiestoornissen.
Bijna 11% van de mannen die dapoxetine namen, stopten met het gebruik ervan. Voor de AOT-groep was het stopzettingspercentage bijna 7%. Over het geheel genomen echter, deed 1% van de mannen die stopten dit vanwege TEAEs.
Patiënten in de AOT-groep hadden een hoger percentage van TEAEs van speciaal belang, met name in de neurocognitieve-gerelateerde, stemmingsgerelateerde, en urogenitale/seksuele functie categorieën. Incidentiecijfers van cardiovasculaire TEAEs waren hoger in de dapoxetine groep (1,6%) dan in de AOT groep (1,3%).
De auteurs merkten op dat mannen die dapoxetine namen “hoge therapietrouw” hadden.”
“Gegevens van deze grote, observationele, multinationale post-marketingstudie hebben aangetoond dat DPX een algemeen gunstig veiligheidsprofiel heeft, met significant minder gerelateerd aan stemming, neurocognitie, urogenitale/seksuele disfunctie, in vergelijking met AOT”, voegden ze eraan toe.