De volgende dag ging Lucretia in het zwart gekleed naar het huis van haar vader in Rome en wierp zich huilend neer in de houding van de smekeling (de knieën omarmend). Toen haar werd gevraagd zich te verantwoorden, drong zij erop aan eerst getuigen op te roepen en na de verkrachting te hebben onthuld, riep zij hen op tot wraak, een smeekbede die niet kon worden genegeerd, daar zij zich tot de opperrechter van Rome richtte. Terwijl zij met elkaar in discussie was, trok zij een verborgen dolk en stak zichzelf in het hart. Zij stierf in de armen van haar vader, terwijl de aanwezige vrouwen klaagden. “Dit vreselijke tafereel trof de aanwezige Romeinen met zoveel afschuw en medelijden, dat zij allen met één stem uitriepen dat zij liever duizend doden zouden sterven ter verdediging van hun vrijheid, dan dergelijke wandaden door de tirannen te laten begaan.”
In de alternatieve versie ontbood Lucretia Lucius Junius Brutus (een vooraanstaand burger, en de kleinzoon van Rome’s vijfde koning Tarquinius Priscus), samen met haar vader Spurius Lucretius Tricipitinus, een andere vooraanstaande burger Publius Valerius Publicola, en haar echtgenoot Lucius Tarquinius Collatinus (ook verwant aan Tarquinius Priscus) naar Collatia nadat ze was verkracht. Lucretia, die vond dat de verkrachting haar en haar familie onteerde, pleegde zelfmoord door zichzelf met een dolk neer te steken nadat zij had verteld wat haar was overkomen. Volgens de legende greep Brutus na haar dood de dolk uit Lucretia’s borst en riep onmiddellijk op tot de omverwerping van de Tarquins.
De vier mannen verzamelden de jeugd van Collatia en gingen vervolgens naar Rome, waar Brutus, die op dat moment Tribunus Celerum was, het volk naar het forum ontbood en hen aanspoorde tegen de koning in opstand te komen. Het volk stemde voor de afzetting van de koning en de verbanning van de koninklijke familie.
Brutus ontbood de comitia curiata, een organisatie van patricische families die voornamelijk werd gebruikt om de decreten van de koning te bekrachtigen, en begon hen toe te spreken in een van de meer bekende en effectieve toespraken van het oude Rome. Hij begon met te onthullen dat zijn pose als dwaas een schijnvertoning was, bedoeld om hem te beschermen tegen een kwaadaardige koning. Hij uitte een aantal beschuldigingen aan het adres van de koning en zijn familie: de wandaden tegen Lucretia, die iedereen op het podium kon zien, de tirannie van de koning, de dwangarbeid van de plebejers in de grachten en riolen van Rome. Hij wees erop dat Superbus aan het bewind was gekomen door de moord op Servius Tullius, de vader van zijn vrouw, de op één na laatste koning van Rome. Hij “riep plechtig de goden aan als de wrekers van vermoorde ouders.” De vrouw van de koning, Tullia, was in feite in Rome en was waarschijnlijk getuige van de gebeurtenissen vanuit haar paleis bij het forum. Toen zij zag dat zij het mikpunt was van zoveel vijandigheid, vluchtte zij uit angst voor haar leven het paleis uit en begaf zich naar het kamp bij Ardea.
Brutus opende een debat over de regeringsvorm die Rome zou moeten hebben; er waren veel sprekers (allemaal patriciërs). Samenvattend stelde hij voor de Tarquins uit alle gebieden van Rome te verbannen en een interrex aan te stellen om nieuwe magistraten te benoemen en een verkiezing van bekrachtigers te houden. Zij hadden besloten tot een republikeinse regeringsvorm met twee consuls in plaats van een koning die de wil van een patricische senaat uitvoerde. Dit was een tijdelijke maatregel tot zij de details zorgvuldiger konden overwegen. Brutus zag af van elk recht op de troon. In de daaropvolgende jaren werden de bevoegdheden van de koning verdeeld over verschillende gekozen magistramenten. Een eindstemming van de curie droeg de voorlopige grondwet. Spurius Lucretius werd al snel tot interrex gekozen (hij was toch al prefect van de stad). Hij stelde Brutus en Collatinus voor als de eerste twee consuls en die keuze werd door de curiae bekrachtigd. Om de instemming van de hele bevolking te verkrijgen, lieten zij het lichaam van Lucretia door de straten paraderen en riepen zij de plebejers op voor een wettelijke bijeenkomst op het forum. Daar hoorden zij een nieuwe toespraak van Brutus aan. Hij begon:
In zoverre Tarquinius de soevereiniteit niet heeft verkregen in overeenstemming met onze voorouderlijke gewoonten en wetten, noch, sinds hij deze heeft verkregen – op welke manier hij deze ook heeft verkregen – deze heeft uitgeoefend op een eervolle of koninklijke manier, maar in onbeschaamdheid en wetteloosheid alle tirannen heeft overtroffen die de wereld ooit heeft gezien, zijn wij patriciërs bijeengekomen en hebben besloten hem zijn macht te ontnemen, iets wat wij al lang geleden hadden moeten doen, maar nu doen nu ons een gunstige gelegenheid heeft geboden. En wij hebben u, plebejers, bijeengeroepen om ons eigen besluit bekend te maken en vervolgens uw hulp te vragen bij het bereiken van de vrijheid voor ons land….
Er werden algemene verkiezingen gehouden. De stemming was voor de republiek. De monarchie was ten einde, zelfs toen Lucretia nog op het forum stond.
Brutus, die Lucretius het bevel over de stad liet voeren, begaf zich met gewapende mannen naar het Romeinse leger dat toen bij Ardea gelegerd was. De koning, die bij het leger was, hoorde van de ontwikkelingen in Rome, en verliet het kamp naar de stad vóór Brutus’ aankomst. Het leger ontving Brutus als een held, en de zonen van de koning werden uit het kamp verbannen. Tarquinius Superbus werd de toegang tot Rome ontzegd, en vluchtte met zijn gezin in ballingschap.