In Oregon variëren de eisen voor kinderzitjes en veiligheidsgordels voor kinderen, afhankelijk van de leeftijd, het gewicht en de lengte van het kind. De wet bevat ook uitzonderingen voor bepaalde soorten voertuigen en omstandigheden.
Dit artikel bespreekt de wet die kinderzitjes en veiligheidsgordels voor kinderen vereist en de straffen voor een overtreding.
Wetten voor autostoeltjes voor kinderen jonger dan 16 jaar
De wet van Oregon vereist dat kinderen jonger dan acht jaar en met een gewicht van 40 pond of minder worden vastgezet in een kinderzitje.
Alle kinderen jonger dan twee jaar moeten worden vastgezet in een naar achteren gericht kinderzitje. Oregon eist niet specifiek dat kinderen op de achterbank van voertuigen worden geplaatst. Echter, “juist gebruik” van een kinderzitje verbiedt het installeren van een naar achteren gericht autostoeltje voor een airbag.
Kinderen die meer wegen dan 40 pond en zijn vier voet negen inch of korter zijn over het algemeen verplicht om een stoelverhoger te gebruiken tot de leeftijd van acht. De stoelverhoger moet het kind zo hoog plaatsen dat de veiligheidsgordel voor volwassenen goed past. Dit betekent dat de heupgordel laag over de dijen moet worden geplaatst en de schoudergordel over het sleutelbeen en weg van de nek van het kind. Het gebruik van een schoudergordel is echter niet vereist als de achterbank van de auto alleen is uitgerust met heupgordels.
Een stoelverhoger is niet vereist als het kind goed is vastgemaakt in een autostoeltje dat is ontworpen voor kinderen die meer dan 40 pond wegen.
Bij het besturen van een motorvoertuig op een snelweg is een bestuurder met een passagier die jonger is dan 16 jaar er verantwoordelijk voor dat het kind is vastgemaakt in een kinderveiligheidssysteem, veiligheidsgordel of veiligheidstuig.
Uitzonderingen
Er zijn veel uitzonderingen op Oregon’s veiligheidsgordel eisen, maar slechts een paar zijn van toepassing op kinderen. Een kinderveiligheidssysteem, veiligheidsgordel of veiligheidsharnas is niet vereist als:
- het voertuig niet hoefde te worden uitgerust met veiligheidsgordels op het moment dat het werd gefabriceerd
- alle zitplaatsen in het voertuig worden bezet door andere passagiers, of
- het voertuig is niet verplicht om te worden uitgerust met veiligheidsgordels bij de verkoop.
Een andere uitzondering is wanneer het gebruik van een kinderveiligheidssysteem, veiligheidsgordel, of veiligheidsharnas onpraktisch of schadelijk zou zijn voor het kind vanwege een “lichamelijke conditie, medisch probleem, of lichaamsgrootte.” Om voor deze uitzondering in aanmerking te komen moet een arts, nurse practitioner of physician assistant een ondertekende verklaring overleggen aan het Department of Transportation. De afdeling zal vervolgens een certificaat van vrijstelling aan de persoon.
Sancties
Het niet correct gebruiken van veiligheidsgordels is een klasse D verkeersovertreding. De vermoedelijke boete bedraagt 115 dollar. De maximumboete is $250 en de minimumboete is $65.