De betekenis van lage spanning van de QRS-complexen in de ledemaatafleidingen van het elektrocardiogram is door veel waarnemers besproken.1 Er kan weinig twijfel over bestaan dat, in veel gevallen, lage spanning complexen een gevolg zijn van ernstige myocardiale ziekte. Dit is echter lang niet altijd het geval, want complexen die duidelijk onder de aanvaarde grenzen van normaal liggen, worden vaak waargenomen wanneer er slechts sprake is van geringe myocardiale betrokkenheid, en zelfs wanneer het hart normaal is. Hoewel Willius en Killins2 de lage spanning die zij in 32 procent van de 140 gevallen aantroffen aan een hartspierziekte toeschrijven, zijn zij van mening dat een lage spanning die geen verband houdt met andere grafische afwijkingen, niet noodzakelijk op een ernstige hartspierziekte wijst en ipso facto evenmin van groot prognostisch belang is. De diagnose van myocardiale ziekte, hoewel het kan worden gesuggereerd, kan niet positief worden gemaakt op het bewijs van lage spanning alleen.
Voor zover wij weten, bevat de literatuur geen studie over de betekenis van lage spanning van de QRS-complexen in precordiale afleidingen. Het gebrek aan overeenstemming tussen de amplitude van verschillende precordiale afleidingen en die van de ledemaatafleidingen wordt algemeen erkend.3, 4, 5 Gewoonlijk gaat een lage spanning in de ledemaatafleidingen, zelfs wanneer deze het gevolg is van een ernstige myocardiale aandoening, gepaard met een normale spanning in de precordiale afleidingen. Veel minder vaak hebben we waargenomen dat lage spanning zowel in de ledemaatafleidingen als in de precordiale afleidingen aanwezig was. De huidige studie is een poging om de factoren te evalueren die verantwoordelijk zijn voor deze overeenkomst, en de betekenis van curven waarbij de spanning van de QRS-complexen laag is in zowel de ledemaat- als de thoraxafleidingen.