Overlevingskansen worden door artsen vaak gebruikt als een standaard manier om de prognose (vooruitzichten) van een kind te bespreken. Deze cijfers vertellen u welk deel van de kinderen in een vergelijkbare situatie (zoals met hetzelfde type en subtype leukemie) nog in leven is na een bepaalde tijd nadat de diagnose is gesteld. Zij kunnen u niet precies vertellen wat er in het geval van een individueel kind zal gebeuren, maar zij kunnen u helpen een beter inzicht te krijgen over hoe waarschijnlijk het is dat de behandeling succesvol zal zijn. Sommige mensen vinden overlevingskansen nuttig, maar sommige mensen misschien niet.
De 5-jaars overlevingskans verwijst naar het percentage kinderen die ten minste 5 jaar leven nadat hun leukemie is gediagnosticeerd. Bij acute leukemie (ALL of AML) is de kans groot dat kinderen die na 5 jaar vrij van de ziekte zijn, genezen zijn, omdat het zeer zeldzaam is dat deze vormen van kanker na zo lange tijd terugkeren.
Weten wat het type en subtype leukemie is, is belangrijk om de vooruitzichten van een kind in te schatten. Maar een aantal andere factoren, waaronder de leeftijd van het kind en de kenmerken van de leukemie, kunnen ook van invloed zijn op de vooruitzichten. Veel van deze factoren worden besproken in Prognostische factoren bij leukemie bij kinderen (ALL of AML). Zelfs wanneer met deze andere factoren rekening wordt gehouden, zijn de overlevingspercentages op zijn best ruwe schattingen. De arts van uw kind kan u waarschijnlijk vertellen hoe deze getallen op uw kind van toepassing zijn, aangezien hij of zij uw situatie het beste kent.
De huidige 5-jaars overlevingskansen zijn gebaseerd op kinderen bij wie de eerste diagnose meer dan 5 jaar geleden is gesteld en die meer dan 5 jaar geleden zijn behandeld. Verbeteringen in de behandeling sindsdien kunnen resulteren in betere vooruitzichten voor kinderen bij wie nu de diagnose wordt gesteld.
Acute lymfocytaire leukemie (ALL)
De 5-jaarsoverleving voor kinderen met ALL is in de loop der tijd sterk toegenomen en bedraagt nu in totaal ongeveer 90%. In het algemeen hebben kinderen in lagere risicogroepen betere vooruitzichten dan kinderen in hogere risicogroepen. Maar het is belangrijk te weten dat zelfs kinderen in hogere risicogroepen vaak nog kunnen genezen.
Acute myeloïde leukemie (AML)
De totale 5-jaarsoverleving voor kinderen met AML is in de loop der tijd ook toegenomen en ligt nu tussen 65% en 70%. De overlevingspercentages variëren echter afhankelijk van het subtype van AML en andere factoren. De meeste studies suggereren bijvoorbeeld dat het genezingspercentage voor acute promyelocytische leukemie (APL), een subtype van AML, nu hoger is dan 80%, maar de percentages zijn lager voor sommige andere subtypes van AML.
Andere leukemieën bij kinderen
Nauwkeurige overlevingspercentages voor minder vaak voorkomende vormen van leukemie bij kinderen zijn moeilijker te vinden.
Jeugdmyelomonocytische leukemie (JMML)
Voor JMML zijn 5-jaars overlevingspercentages van ongeveer 50% gerapporteerd.
Chronische myeloïde leukemie (CML)
Voor CML, dat zeldzaam is bij kinderen, zijn de vijf-jaars overlevingspercentages minder nuttig, omdat sommige kinderen lang met de leukemie kunnen leven zonder echt genezen te zijn. In het verleden lagen de vijfjaarsoverlevingspercentages voor CML tussen 60% en 80%. Maar met de nieuwere, effectievere medicijnen die de laatste jaren voor de behandeling van CML worden gebruikt, liggen de overlevingspercentages nu waarschijnlijk hoger.