Wat is poliklinische chirurgie?
Met verbeterde technologie en vooruitgang in anesthesie en pijnbestrijding, worden veel minder invasieve chirurgische ingrepen nu poliklinisch, of ambulant, uitgevoerd. Veel voorkomende ingrepen die nu routinematig poliklinisch worden uitgevoerd zijn onder meer tonsillectomie, herniaherstel, galblaasverwijdering, sommige cosmetische ingrepen en staaroperaties. Gezien de miljoenen ingrepen die elk jaar worden uitgevoerd, zijn complicaties bij poliklinische ingrepen relatief zeldzaam.
Niet alle patiënten komen in aanmerking voor poliklinische chirurgie. Bij bepaalde ingrepen moet u in het ziekenhuis worden opgenomen. De medische voorgeschiedenis van de patiënt en het advies van de chirurg en de anesthesist zijn belangrijk om te bepalen of de ingreep het beste poliklinisch of poliklinisch kan worden uitgevoerd.
Welke ingreep kan geschikt zijn voor poliklinische chirurgie?
De meest geschikte ingrepen voor poliklinische chirurgie. Bij bepaalde ingrepen moet u in het ziekenhuis worden opgenomen als het gaat om postoperatieve zorg die gemakkelijk thuis kan worden verleend. Ook procedures met een zeer laag percentage postoperatieve complicaties. Deze vereisen de zorg van een zorgverlener of verpleegkundige.
Waar wordt ambulante chirurgie uitgevoerd?
Poliklinische chirurgie wordt uitgevoerd in een verscheidenheid van instellingen. Ambulante chirurgische centra bevinden zich ofwel binnen een ziekenhuisomgeving of als een vrijstaande satellietfaciliteit. Deze kunnen onafhankelijk zijn of deel uitmaken van het plaatselijke ziekenhuis.
Wat zijn de voordelen van ambulante chirurgie?
Er zijn veel voordelen van ambulante chirurgie ten opzichte van traditionele, intramurale chirurgie. Het gaat onder meer om de volgende voordelen:
-
Gemak.Het gemak van thuis herstellen maakt de hersteltijd over het algemeen gemakkelijker dan een verblijf in het ziekenhuis.
-
Lagere kosten.Aangezien er geen ziekenhuiskamer- en aanverwante kosten zijn, zijn de kosten voor ambulante chirurgie veel lager. Sommige verzekeringsmaatschappijen dekken bepaalde chirurgische ingrepen alleen poliklinisch. Een uitzondering hierop is wanneer uw zorgverlener verklaart dat u vanwege een onderliggende medische aandoening intensievere postoperatieve zorg nodig hebt.
-
Minder stress.In de meeste gevallen is een poliklinische operatie minder belastend dan een operatie binnen het ziekenhuis. Dit geldt vooral voor kinderen die bang zijn om van huis weg te zijn. De meeste mensen herstellen liever thuis dan in het ziekenhuis.
-
De planning is beter voorspelbaar.In een ziekenhuisomgeving kunnen spoedoperaties en procedures die langer duren dan verwacht, geplande operaties vertragen. In een poliklinische omgeving kan de planning over het algemeen worden aangehouden, omdat de procedures minder complex en routinematiger zijn.
Is poliklinische chirurgie veilig voor oudere patiënten?
Op zichzelf is leeftijd geen reden om een oudere patiënt uit te sluiten van een poliklinische ingreep. Leeftijd heeft echter wel invloed op de reactie van oudere patiënten op bepaalde verdovingsmedicijnen. Kortwerkende geneesmiddelen hebben vaak een langere tijd nodig om door ouderen te worden gemetaboliseerd. Ouderen kunnen ook meer onderliggende medische aandoeningen hebben die een poliklinische operatie riskanter kunnen maken. Het is belangrijk dat een oudere patiënt vóór elke operatie een grondige medische evaluatie ondergaat om de beste chirurgische setting voor die persoon te bepalen voor het beste resultaat.
Hoe snel na de operatie gaan patiënten naar huis?
Het geplande tijdstip van ontslag hangt af van het type operatie, de gebruikte anesthesie, verzekeringsdekking en het beleid van het operatiecentrum. In het algemeen gaan de meeste patiënten tussen 1 en 4 uur na de poliklinische operatie naar huis. De chirurg of de anesthesist kan u meer specifieke informatie geven op basis van uw geval. Af en toe is het nodig dat een patiënt een nachtje blijft.
Wat zijn de verantwoordelijkheden van de ambulante patiënt wanneer hij/zij weer thuis is?
Patiënten die een poliklinische ingreep ondergaan, moeten iemand hebben die hen naar huis rijdt en bij hen blijft na de ingreep. De meeste patiënten mogen gedurende ten minste 24 uur na de operatie niet zelf rijden. Patiënten ervaren vaak slaperigheid en kleine nawerkingen. Dit zijn onder andere spierpijn, keelpijn en af en toe duizeligheid en hoofdpijn. Af en toe kan ook misselijkheid optreden. Er kan ook vermoeidheid en ongemak optreden gedurende een dag of twee na de operatie. Dit ongemak varieert afhankelijk van het type chirurgische ingreep dat is verricht.
Eenmaal thuis moet de patiënt de pijn van de ingreep met de voorgeschreven pijnstillers kunnen verdragen. De patiënt moet in staat zijn om schriftelijke en mondelinge instructies voor een goede pijnbestrijding op te volgen. Een verpleegkundige of de zorgverlener zal deze instructies over het algemeen opvolgen om ervoor te zorgen dat de patiënt normaal herstelt. De patiënt krijgt ook telefoonnummers die hij of zij kan bellen als er zorgen zijn of als er dringend hulp nodig is.