Abstract
Achtergrond: Een voorgeschiedenis van longtuberculose is in verband gebracht met gevolgen van zowel restrictieve als obstructieve patronen.
Doel: nagaan van de relatie tussen FVC en tuberculose in 18 landen uit de Burden of Obstructive Lung Disease (BOLD) Study.
Methoden: Bevolkingssteekproeven van personen van ≥40 jaar beantwoordden een vragenlijst en deden een spirometrie na bronchusverwijding van goede kwaliteit (n=12407). Wij definieerden 2 groepen: A: FEV1/FVC>LLN en FVC<LLN (Beperking, lage FVC) en B: FEV1/FVC<LLN en FVC<LLN (Obstructie, lage FVC) met behulp van de NHANES III referentievergelijkingen. In beide groepen voerden wij meervoudige logistische regressies uit, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, BMI en roken voor elk land. Vervolgens werd een meta-analyse geconstrueerd voor elke groep gestratificeerd naar land inkomen.
Resultaten: Beperking met lage FVC werd gemeten in 2466 (20%) en obstructie met lage FVC in 433 (4%). Een geschiedenis van tuberculose werd gerapporteerd door 467 (4%) van de deelnemers. Figuur 1 toont de meta-analyses voor groep A en B gestratificeerd naar land inkomen. Obstructie met lage FVC was sterk geassocieerd met een voorgeschiedenis van tuberculose (OR 2,59; CI 1,73 -3,89). Beperking met lage FVC was niet geassocieerd met tuberculose (OR 1,04; CI 0,76 -1,41).
Conclusie: Een voorgeschiedenis van tuberculose is alleen geassocieerd met een lage FVC in de aanwezigheid van een obstructieve afwijking.