Race Point Light werd voor het eerst opgericht in 1816, het derde licht op Cape Cod (na Highland Light (1797) en Chatham Light (1808). Het oorspronkelijke licht was een 7,6 m hoge toren van puinsteen met een van de eerste roterende bakens, waarmee het zich onderscheidde van andere lichten op Cape Cod. In 1858 kreeg het licht een vierde orde Fresnel lens en, in 1874, een tweede wachtersverblijf.
In 1876, na aanzienlijke verslechtering van de oorspronkelijke toren, werd deze vervangen door een 45 voet hoge gietijzeren toren bekleed met baksteen. De Fresnellens werd in de nieuwe toren geïnstalleerd. Het oorspronkelijke stenen huisje van de torenwachter werd verwijderd en vervangen door een houten huisje. Het licht van Race Point werd in 1957 geëlektrificeerd. Het grotere wachtershuisje werd in 1960 verwijderd en het andere werd gemoderniseerd. Het licht werd in 1972 geautomatiseerd.
In 1995 moderniseerde de groep het wachtershuisje en in 1998 begon men kamers voor overnachtingen aan te bieden. Een elektrisch systeem op zonne-energie werd geïnstalleerd in oktober 2003, en een windturbine back-up generator werd toegevoegd in 2007. Het licht maakt nu gebruik van een VRB-25 optiek op zonne-energie met 400.000 kaarsvermogen, die door de kustwacht wordt bediend. De exploitatie is in handen van de American Lighthouse Foundation. Rondleidingen zijn mogelijk op de eerste en derde zaterdag van juni tot oktober. Zowel het Keeper’s House als het Whistle House zijn beschikbaar voor overnachting.
Race Point Light werd op 15 juni 1987 toegevoegd aan het National Register of Historic Places als Race Point Light Station, referentienummer 87001482.
LichtwachtersEdit
De volgende lichtwachters hebben het licht in de loop der jaren onderhouden, sommige voor een verrassend korte tijd. Verscheidene waren al jaren assistent-beheerder voordat zij tot hoofdbeheerder werden bevorderd.
- Joshua Dyer (1816 – 1822)
- Elijah Dyer (1822 – 1847)
- Lemuel Cook (1847 – 1853)
- Waterman Crocker (1853 – 1861)
- Josiah Ghenn (1861 – 1870)
- James Cushman (1870 – 1885)
- Thomas V. Mullins (1885 – 1892)
- Charles A. Havender (1892 – 1904)
- Samuel S. Smith (1904 – 1909)
- Roscoe G. Lopaus (1909)
- Waldo Leighton (1909 – 1915)
- William H. Lowther (1915 – 1935)
- James W. Hinckley (1935 – 1937)
- Javan D. York (1938 – 1942)
- Theodore M. Koswoski (1944)
- James O’Brien (1944)
- Joseph L. Collette (1944)
- Osborne E. Hallett (1945 – 1955)
- Elias J. Martinez (1955 – 1956)
- Gottfried Schiffers (1956 – 1958)
- Elias J. Martinez (1958 – 1959)
- Aubrey T. Griggs (1959 – 1960)