Voor Europese kolonisatoren die in de negentiende en vroege twintigste eeuw Afrika binnendrongen, maakte de weerstand van plaatselijke zebra’s tegen ziekten die worden overgebracht door tseetseevliegen het domesticeren van deze dieren tot een aantrekkelijk alternatief voor het importeren van paarden.
Nu blijkt dat er een reden is waarom de Afrikanen ze nooit hebben gedomesticeerd. In tegenstelling tot paarden, die van nature rondzwerven en gras eten, brengen zebra’s hun leven door met het in de gaten houden, ontwijken en bevechten van savanne-roofdieren als leeuwen, cheeta’s en krokodillen.
Natuurlijke selectie heeft ervoor gezorgd dat zebra’s nerveus, vluchtig en agressief zijn als ze in het nauw gedreven worden. Ze zijn bekend om leeuwen te doden met een enkele trap.
Hoewel het onmogelijk is ze op grote schaal te domesticeren, is het temmen van individuele zebra’s om paard-achtige taken uit te voeren, soms succesvol gebleken. Lord Walter Rothschild trainde een team van zebra’s om een koets te trekken, die hij langs Buckingham Palace reed om hun veronderstelde buigzame aard te demonstreren.
Wat paardrijden betreft, zebra’s zijn kleiner dan paarden en hebben niet de kracht in de rug die nodig is om een persoon voor langere tijd te dragen. Maar dat heeft mensen er niet van weerhouden om af en toe een joyride te maken ten koste van de zebra’s.