St. Margaretha van Schotland, (geb. ca. 1045, waarschijnlijk Hongarije-dood 16 november 1093, Edinburgh; heilig verklaard 1250; feestdag 16 november, Schotse feestdag 16 juni), koningin-consort van Malcolm III Canmore en patrones van Schotland.
Margaret werd opgevoed aan het Hongaarse hof, waar haar vader, Edward (zoon van Edmund Ironside), in ballingschap verbleef. Na de Slag bij Hastings vluchtte Edwards weduwe, prinses Agatha van Hongarije, en hun kinderen voor hun veiligheid naar Schotland. Margaretha’s broer Edgar de Aetheling, een verslagen eiser van de Engelse troon, voegde zich daar bij hen. Ondanks haar neiging tot een religieus leven trouwde Margaret (ca. 1070) met Malcolm III Canmore, koning van Schotland van 1057 of 1058 tot 1093. Zij kregen acht kinderen, zes zonen en twee dochters, die allen in het rooms-katholieke geloof werden opgevoed. Zij leefde een vroom en godvruchtig leven en stond bekend om haar liefdadigheid en medeleven met de armen van Schotland. Door haar invloed op haar man en zijn hof bevorderde zij, in overeenstemming met de Gregoriaanse hervorming, de belangen van de kerk en van de Engelse bevolking die in de vorige eeuw door de Schotten was veroverd. Zij stierf kort nadat haar man was gedood bij Alnwick, Northumberland. Zij werd heilig verklaard door Paus Innocentius IV in 1250.