Een stamcel is een specifiek type cel in het lichaam dat het potentieel heeft om veel verschillende celtypen te vormen. Stamcellen zijn over het algemeen ongedifferentieerd en ontwikkelen zich vervolgens tot de volwassen cellen die u kent. In het algemeen is een stamcel de bovenste steen van een grote piramide, en aan de basis van de piramide liggen misschien vier verschillende soorten cellen die van die stamcel zijn afgeleid. U kunt zich voorstellen dat deze cellen niet alleen rijper worden naarmate ze verder in de piramide komen, maar dat ze ook in aantal toenemen. Een zeer klein aantal stamcellen kan dus aanleiding geven tot een enorm aantal volgroeide nakomelingen. Nu, er zijn verschillende soorten stamcellen. Er zijn somatische stamcellen, dat zijn de stamcellen die in het volwassen organisme leven, zoals de stamcellen in het beenmerg waaruit alle verschillende soorten bloedcellen ontstaan die wij hebben. Of stamcellen in de lever, die aanleiding geven tot hepatocyten en secretiecellen. Of stamcellen in het neurale weefsel die neuronen en astrogliale cellen doen ontstaan. Spieren hebben ook stamcellen. Bij volwassenen zijn veel verschillende soorten stamcellen geïdentificeerd. Er zijn ook embryonale stamcellen, die worden verkregen uit muizen op drieëneenhalve dag, en uit menselijke embryo’s op zes à acht dagen; dit zijn cellen met een nog groter potentieel dan volwassen cellen, aangezien uit een embryonale stamcel die op de juiste manier wordt verkregen zenuwcellen, spiercellen en levercellen kunnen ontstaan, de drie verschillende onderdelen die in het algemeen tijdens de ontwikkeling van een organisme worden aangemaakt. Een zeer belangrijk punt bij stamcellen is dat zij zich niet alleen moeten delen en vermenigvuldigen om veel van deze andere rijpe cellen te maken, maar dat zij er ook voor moeten zorgen dat hun eigen stamcelpopulatie niet wordt gereduceerd. Als je drie wensen krijgt, zou je laatste wens moeten zijn om meer wensen te kunnen doen. Wat stamcellen doen is dat ze twee verschillende soorten delingen kunnen hebben. Zij kunnen een zogenaamde symmetrische deling uitvoeren, waarbij de stamcel zich deelt en de twee ongedifferentieerde cellen verder gaan als stamcellen. Of ze kunnen een asymmetrische deling uitvoeren, waarbij één cel zich zal vermenigvuldigen en differentiëren in nakomelingen, en de andere cel een stamcel blijft. In perioden zoals na een beenmergtransplantatie, waarin het aantal stamcellen moet toenemen, doen zij veel meer aan symmetrische deling dan aan asymmetrische deling. Maar gewoonlijk doen de stamcellen in het beenmerg vooral asymmetrische delingen, waardoor de stamcellen op een vrij standaardniveau blijven.
David M. Bodine, Ph.D.