Een tandheelkundige fistel (ook wel parulis of tandvleespuist genoemd) ontstaat als gevolg van een infectie aan de basis van de tandwortel (de apex genoemd). Ze kunnen ook ontstaan als reactie op een abces, cyste of andere ontsteking in de mond. Fistels zijn in wezen kanaaltjes die zich vormen in het bot en/of zachte weefsel om de infectie een weg te geven voor drainage. Ze komen meestal voor op het tandvlees of het dak van de mond, maar niet noodzakelijkerwijs in de buurt van de bron van de infectie. Vaak nemen fistels zeer indirecte routes voordat ze het huidoppervlak bereiken om af te vloeien. De parulis is de term die wordt gegeven aan het punt waar de fistel het oppervlak bereikt, zich vertonend als een klein puistje op het tandvlees of gehemelte (of, minder vaak, op de huid van het gezicht of de hals). De parulis zal meestal scheuren om een opening te vormen. Dit kleine wondje kan genezen en van tijd tot tijd terugkomen.
Fistels kunnen moeilijk op te sporen zijn. Ze zijn niet te zien op een röntgenfoto, en ze komen niet altijd aan de oppervlakte om via een parulis of tandvleespuistje af te vloeien. Bovendien kunnen ze helemaal niet pijnlijk zijn, of ze kunnen net voor de drainage lichte pijn veroorzaken. Dit kan een probleem zijn, omdat een hardnekkige infectie kan ontstaan als fistelwegen lange tijd onopgemerkt blijven.
* Behandelen van lang bestaande fistelwegen met een operatie of cauterisatie om een eventuele infectie bij de parulis op te lossen.