Hyalien “glazig” kraakbeen bezit een intern in elkaar grijpend spanningssysteem. Dit systeem is ontworpen als een sandwich waarin de buitenste lagen de binnenste lagen onder een zekere spanning vasthouden. Deze ordening geeft het kraakbeen de eigenschap van elasticiteit, waardoor het kraakbeen na beperkte vervorming terug kan keren naar zijn oorspronkelijke vorm. Wanneer echter de buitenste laag wordt doorbroken, valt het systeem uit elkaar en buigt het kraakbeen naar de tegenovergestelde zijde. Fry (1967, 1968, 1974, 1976) toonde op menselijk septaal en gewrichtskraakbeen aan dat kraakbeen inderdaad op deze manier afwijkt wanneer het aan één kant met een scalpel wordt doorgesneden. Hij extrapoleert deze experimentele bevinding vervolgens naar de klinische sfeer om het afwijkende neustussenschot te verklaren. Hij meent dat meerdere kleine breuken aan één kant van de buitenste laag van het neustussenschot een afwijkend neustussenschot veroorzaken. Een betwisting van deze veronderstelling vormt de basis van dit artikel. Menselijk septumkraakbeen werd getraumatiseerd en spontaan afwijkend gelaten in vitro. Als de Fry-theorie correct is, zou het kraakbeenseptum moeten afwijken. Dit is niet gebeurd en, op basis van het bewijsmateriaal in dit artikel, wordt de Fry theorie over de pathogenese van het afwijkende neustussenschot weerlegd.