Historische Vikingen uit de 9e eeuw vinden om een hele TV serie op te baseren is geen eenvoudige zaak. In de eerste plaats heeft geen van de Vikingen uit die vroege tijd schriftelijke bronnen nagelaten om over hun heldendaden te vertellen. Wat we wel hebben zijn de schaarse kronieken van de mensen die zij aanvielen en de veel latere saga-legenden die hun geschiedenis tot glorie van het Scandinavische volk maken.
Dus toen we met Vikings begonnen moesten we eerst deze kronieken doornemen en een personage kiezen. Het zou nooit een volledige historische reconstructie kunnen zijn, noch zouden we genoeg gegevens hebben om onze held te baseren op een enkel personage, maar een held moet een naam hebben en we kozen er een wiens schaduw rondwaart op de pagina’s van de 9e-eeuwse kronieken alvorens in latere eeuwen weer op te duiken als een sprankelende sageheld. Die man was Ragnar Lothbrok.
Er is discussie over de vraag of er nu wel of niet een enkele Ragnar bestaat
Ragnar is de eerste echte Vikingpersoonlijkheid die tevoorschijn komt uit de wazige verslagen van die periode, maar in veel opzichten hoort hij nog steeds meer thuis op de met fabels gevulde bladzijden van de saga’s dan tussen de sobere vermeldingen in de kronieken. Dat er zelfs maar één Ragnar was, is nog steeds een punt van discussie, niet in de laatste plaats vanwege de gretigheid van hedendaagse schrijvers om hem af te maken – iets dat een aantal keren plichtmatig wordt opgetekend, op een aantal data en vergezeld van een aantal verschillende redenen.
Hij komt voor het eerst uit het rijk van de Noorse mythologie en in iets dat lijkt op geschiedenis in 845. In die tijd voert een leider met deze naam, of misschien de gelijkluidende ‘Ragnall’, een vloot van 120 schepen aan op de Seine om Parijs te belegeren. Hier werden zijn mannen volgens een verslag geteisterd door een plaag van door de hemel gezonden dysenterie en, zo willen de annalisten, Ragnar zelf bezweek, waarmee het begin en het einde van zijn carrière in één gebeurtenis werd gemarkeerd.
Het probleem is dat Ragnar vervolgens in het volgende decennium steeds weer opduikt, de zeeën rondzwemmend voor de kust van Schotland en de Westelijke Eilanden, voordat hij zich blijkbaar in Viking Dublin vestigde. Hier stierf hij opnieuw, rond 852, door toedoen van andere Scandinaviërs, ofwel in de strijd ofwel doodgemarteld, afhankelijk van het traditionele verhaal dat je leest. Hij stierf opnieuw in Carlingford Lough door toedoen van rivalen, dan weer tijdens een overval op Anglesey en tenslotte in Northumbria waar hij in een kuil met giftige slangen zou zijn gegooid.
Ragnar neemt verschillende vormen aan in verschillende verhalen
Het is duidelijk dat geen enkele man, zelfs geen Vikingheld, zo vaak kon sterven en men kan zich afvragen welke van deze Ragnars dezelfde persoon was, en welke van hen echt waren. Om de vaak begraven botten van de Ragnar van de annalisten wat vlees bij te zetten, zijn we gedwongen ons te wenden tot wat latere Scandinavische dichters hebben opgetekend in de Saga van Ragnar en het Verhaal van de Zonen van Ragnar. Het gaat hier natuurlijk niet om geschiedenis in de moderne zin van het woord, maar om dramatische, gefictionaliseerde verhalen van helden uit lang vervlogen tijden, waarvan het verband met de werkelijkheid misschien niet veel meer is dan een naam – dat essentiële haakje dat de dichters niet alleen in staat stelde een prachtig verhaal te vertellen, maar ook om op gedempte toon te beweren dat het een waar gebeurd verhaal was. Het is een Ragnar die een woeste draak doodde en zo de hand van een mooie maagd won; hij is een held en geen schurk en zijn zonen zijn, zoals de runetekens in de graftombe van Maes Howe op Orkney zeggen “wat je echt mannen zou noemen”.
Dat deze vroege piraten volkshelden werden, is niet zo verrassend als het op het eerste gezicht lijkt. De valuta van de opkomende Vikingleiders was niet edelmetaal, maar roem. Om een groot leger te kunnen aanvoeren had een Vikingleider roem nodig – roem om mannen aan zijn zijde te krijgen, roem om hen over te halen hem te volgen tot het gevaar en misschien de dood, en roem om angst te zaaien in de harten van zijn vijanden en rivalen. Reputatie maakte en brak Scandinavische krijgsheren en verhalen over hun prestaties waren van vitaal belang voor hun succes. Ongetwijfeld werden deze vaak sterk overdreven, zelfs in die tijd, en vervolgens bij elke hervertelling verder opgeborduurd, zodat in de tijd van de sagaschrijvers dergelijke leiders vaak onvoorstelbaar heroïsch waren geworden. En van al deze helden was Ragnar het archetype. Het is dan ook te verwachten dat velen die volgden ‘Zonen van Ragnar’ werden genoemd, een titel die vaak evenzeer een teken van eer of aspiratie was als een verklaring van een genetisch feit.
Het verschijnen van deze vroege Vikinghelden langs de kusten van Noord-Europa verraadt ook iets over de aard van de dreiging die zij vormden. Deze bendes waren zeer mobiele zeelieden, die de zeeën en rivieren gebruikten om bliksemsnelle rooftochten te lanceren. Overvallen op de kust waren doeltreffend omdat het daardoor uiterst moeilijk was hun landing te voorspellen, zodat de verdedigers gedwongen waren hun troepen dunner te verspreiden dan zij anders misschien hadden gewild. Maar het was echt de Viking rivier expeditie die deze nieuwe vijand op zijn best liet zien. In een Europa en een Engeland die nog verdeeld waren in vele rivaliserende koninkrijken en vorstendommen vormden de grote rivieren vaak de grenzen tussen staten – formidabele barrières tussen volkeren. Voor de Vikingen waren ze echter net het omgekeerde – snelwegen – waarlangs hun ondiepe schepen konden varen, hun dreiging tot in de politieke kerngebieden konden voeren en, met verschillende koninkrijken vaak aan elke oever, de strijdkrachten van de verdedigers en hun loyaliteiten konden verdelen. Menig klein koninkrijkje verheugde zich wanneer een Viking troepenmacht hun rivier op roeide om aan land te gaan op de tegenoverliggende ‘vreemde’ oever. Hun vreugde was echter meestal van korte duur. Vikingvloten waren ook zeer ontvankelijk voor de veranderende situatie die hun aanwezigheid teweegbracht. Als een gebied rijp leek voor een overval konden Ragnar en zijn soortgenoten een vloot samenstellen van de huurlingen en piraten die maar voorhanden waren en snel daarheen trekken. Evenzo konden zij, wanneer een gebied verarmde door plunderingen of gevaarlijk werd door een meer georganiseerde verdediging, weer wegsmelten naar zee, om later weer op te duiken op rijkere en kwetsbaardere plaatsen.
Onze Ragnar is deels de Ragnar uit de kronieken, deels de sageheld, maar bovenal is hij de belichaming van het buitengewone effect dat de komst van de Vikingrovers had op de Europese geest in de negende eeuw. Uit de kronieken hebben we de angst, de verrassingsaanvallen, de meedogenloze, genadeloze wreedheid gehaald. Thuis hebben we geput uit de latere saga’s om een echte man te portretteren achter het monsterlijke beeld dat door monniken werd opgeroepen, een man met een gezin en zijn eigen problemen. Onze Ragnar is een combinatie van al deze dingen – de spookachtige herinnering aan een van de eerste grote Vikingovervallers, de stoere held uit de saga’s en bovenal de angst voor de komst van ‘buitenstaanders’.