Thousand and One Nights of Arabian Nights, serie anonieme verhalen in het Arabisch, die als geheel tot de klassieken van de wereldliteratuur worden gerekend. Het samenhangende plot betreft de pogingen van Scheherezade, of Sheherazade, om haar man, koning Shahryar (of Schriyar), ervan te weerhouden haar te doden door hem gedurende 1.001 nachten elke nacht met een verhaal te vermaken. De bekendste van deze verhalen zijn die van Ali Baba, Sinbad de Zeeman, en Aladdin.
Hoewel veel van de verhalen zich in India afspelen, is hun oorsprong onbekend en zijn zij het onderwerp geweest van intensief wetenschappelijk onderzoek. Het corpus begon te worden verzameld rond het jaar 1000. Aanvankelijk was de titel slechts een aanduiding van een groot aantal verhalen; latere uitgevers voorzagen de edities plichtsgetrouw van de vereiste 1.001 verhalen. De huidige vorm van Duizend-en-één-nacht is vermoedelijk afkomstig uit Perzië of een van de Arabisch-sprekende landen, maar bevat verhalen uit een aantal verschillende landen en weerspiegelt ongetwijfeld divers bronmateriaal.
De eerste Europese uitgave was een vrije vertaling door Abb Antoine Galland in het Frans (1704?17). De meeste latere Franse, Duitse en Engelse versies leunen zwaar op Galland. Onder de Engelse vertalingen bevinden zich de gekuiste editie van E.W. Lane (1840), met uitstekende en overvloedige aantekeningen; de ongekuiste editie van Sir Richard Burton in 16 delen (1885?88); die van John Payne in 9 delen (1882?84); Powys Mathers’ vertaling van de Franse tekst van J.C. Mardrus (rev. ed., 4 vol., 1937); en die van Husain Haddawy (2 vol., 1990, 1995).
Zie J. Campbell, ed., The Portable Arabian Nights (1952); A. J. Arberry, Scheherezade (1955); M. Warner, Stranger Magic: Charmed States and the Arabian Nights (2012).