Net als vandaag de dag waren mensen in de Middeleeuwen dol op het geven van advies. Deze werken varieerden van Spiegel voor Prinsen, dat gericht was op de adel, tot meer populaire stukken zoals de Spreuken van Koning Aldfrith van Northumbria. Zelfs de Noorse cultuur had haar eigen versie van een adviesboek, dat naar verluidt afkomstig was van de God Odin.
De Hávamál (Uitspraken van de Verhevene) maakt deel uit van de Poëtische Edda, een verzameling Oud-Noorse gedichten die bewaard zijn gebleven in een 13e eeuws manuscript. De verschillende verzen in de Hávamál werden verzameld uit verschillende bronnen, en sommige dateren uit de 10e eeuw. Ze worden voorgesteld als wijze woorden van Odin, die volgens de Noorse mythologie de Allfather van de goden was en heerser over Asgard.
In de 164 strofen wordt advies gegeven over de juiste manieren om gastvrijheid te tonen, vrijgevig te zijn, wijs te zijn, met vrouwen om te gaan, en ethiek. De laatste gedeelten gaan over runen en amuletten. Hier zijn tien spreekwoorden uit de Hávamál:
1. Over zijn intelligentie moet geen man opschepperig zijn, eerder voorzichtig van geest; wanneer een wijs en stil man op een hofstede komt treft zelden de oppasser blaam; want geen betrouwbaarder vriend kan een man krijgen dan een voorraad gezond verstand.
2. De laffe man denkt dat hij eeuwig zal leven, als hij zich verre houdt van vechten; maar de ouderdom zal hem geen wapenstilstand gunnen, zelfs als speren hem sparen.
3. De onverstandige man ligt de hele nacht wakker,
en overdenkt alles;
als de ochtend komt is hij vermoeid in gedachten,
en alles is een last als altijd.
4. Een gast moet weer vertrekken op zijn weg,
nooit op dezelfde plaats blijven;
als hij te lang op andermans bank blijft zitten
wordt de geliefde weldra verafschuwd.
5. Looft de dag bij gelijke stand, een vrouw wanneer zij dood is,
een wapen wanneer zij beproefd wordt, een dienstmeid wanneer zij getrouwd is,
ijs wanneer zij kruist, en bier wanneer zij dronken is.
6. Verwijt een ander nooit zijn liefde:
Het gebeurt vaak genoeg
Dat schoonheid de wijzen met begeerte verstrikt
Terwijl de dwazen onberoerd blijven.
7. Genegenheid is wederzijds wanneer mannen
hun hele hart voor elkaar kunnen openen:
Hij wiens woorden altijd eerlijk zijn
Is onwaar en niet te vertrouwen.
8. Laat niemand vertrouwen stellen in de eerst gezaaide vrucht
noch in zijn zoon te vroeg;
wie het kind regeert, en weer het veld,
ieder is aan het toeval overgeleverd.
9. Indien gij weet dat een ander goddeloos is, zeg dit dan:
Maak geen wapenstilstand of verdrag met vijanden.
10. Alle deuropeningen moeten, voordat men binnengaat, worden rondgekeken, worden bespied; men kan niet met zekerheid weten waar vijanden zitten in de zaal die voor hem ligt.
Er zijn verschillende vertalingen van de gehele tekst van de Hávamál – u vindt ze hier, hier, hier en hier.
Zie ook
‘Hoe kan zijn woord worden vertrouwd?’: Speaker and Authority in Old Norse Wisdom Poetry
Translating the Poetic Edda into English
Inschrijven op Medievalverse
✉Schrijf je in voor onze wekelijkse e-mailnieuwsbrief!